Eindelijk, weer een echte, weliswaar dunne, Rosenboom! En
nog wel een roman met een Zeeuwse link; het idee voor deze roman is hier in 2011 geboren tijdens
Film by the Sea. Ook het zout van de zee korrelt door het verhaal heen.
Na de roman Zoete Mond (Querido, 2009) bijt
dit zeezout, in het nieuwste verhaal, dieper in de wondjes en schrijnt het erger onder
de huid van enkele romanpersonages. Thomas Rosenboom vertelde onlangs in Middelburg hoe
het verhaal ontstond.
De rode loper (Querido,
2012) is een tragikomische roman over een zwijgzame eenling die tegen de stroom
in blijft zoeken naar geborgenheid. Dit maal geen vuistdikke historische roman maar wel
een intrigerend, vlot lezend, humoristisch en tegelijkertijd triest verhaal. Volgens
sommigen zelfs cynisch.
Het verhaal begint in 1973 op het Arnhems lyceum, waar de
hoofdpersoon Lou Baljon zojuist eindexamen heeft gedaan. Anders dan de meeste
van zijn medescholieren wil hij niet gaan studeren. Samen met zijn klasgenoot
Eddie van de Beek opteert hij voor een leven in de bijstand. ‘Een ideale uitkering, je zit meteen in het
ziekenfonds, je behoudt je vrijheid, je kunt er tenminste nog wat naast doen’.
Lou gaat zich volledig wijden aan zijn werk als roadie van de Arnhemse underground
band Shout, Eddie wil zijn uitkering gebruiken om journalistieke ervaring op te doen in zijn woonplaats
Zevenaar. Na tien jaar en veel mislukkingen (het hoogste wat de band Shout ooit
heeft bereikt is een optreden in het voorprogramma van Golden Earring) haalt
Eddie, inmiddels regioverslaggever van De
Gelderlander, zijn oude klasgenoot Lou over om zich ook in Zevenaar te
vestigen. Lou is een zonderling. Hij heeft zich al jong neergelegd bij zijn
middelmatigheid. Op zijn dertiende vroeg hij een gitaar en kreeg een ukelele,
daarna kon het nooit meer iets worden. Het enige waar hij naar verlangt is
vriendschap, intimiteit en een beetje liefde. Na een leven als roadie en
opnametechnicus begint hij een bioscoop, de Corona, in een gekraakte garage.
Zijn gesprek met de wethouder van cultuur (een heerlijke persiflage) over dit project
is bijzonder amusant. Lou Baljon heeft inmiddels ervaring als bruidsfotograaf
en komt op het rode loper idee. Hij
nodigt mensen uit om per limousine en in gala naar de bioscoop te komen. Bij
aankomst worden ze op de rode loper opgewacht door nepjournalisten en flitsende
camera’s links en rechts. In de bioscoop kunnen de deelnemers zichzelf vervolgens,
met een glas champagne in de hand, bewonderen op het witte doek. Hij geeft het
publiek de hoofdrol. Het succes is enorm, en brengt hem in contact met Lena,
een ongrijpbare jonge vrouw, in zichzelf gevangen als een prinses in een
torenkamer. Om haar voor zich te winnen, zet Lou nog eenmaal de middelen van
zijn verleden in.
Met het rode loper
thema komt niet alleen de aanklacht tegen het hedendaags narcisme aan de orde
maar in feite ook de volstrekte eenzaamheid, het menselijk onvermogen tot het
leggen van contacten. Talentenshows op televisie, de fake wereld van Facebook en Twitter, een wereld waar iedereen in
wil geloven, bij wil horen, een schijnwereld. Dit thema maakt de roman, ondanks
de komische gebeurtenissen, schrijnend tot op het bot.
Thomas Rosenboom was 22 februari jl. in de Middelburgse boekhandel
de Drvkkery te gast bij de Literatuurfabriek
waar hij geïnterviewd* werd over zijn oeuvre en met name over De rode
loper. Het idee voor deze roman ontstond in Vlissingen. In 2011 werd op het
filmfestival Film by the Sea de
documentaire ‘Thomas Rosenboom, de
onzekerheid blijft’ voor het
eerst vertoond.*
Ik was uitgenodigd
voor de première op het festival Film by the Sea in Vlissingen, mooi weer was
het. Er was een entree met een rode loper. Allemaal mensen in mooie kleding.
Camera’s langs beide zijden. Ook wij werden staande gehouden. Dat gaf toch een
gevoel van gewichtigheid. Toen we in de zaal plaats namen, werden beelden van de
entree op de rode loper op het bioscoopscherm geprojecteerd. Ik dacht dat ze
ons hadden gefilmd en dat die beelden met een half uur vertraging te zien
zouden zijn. Wij komen zo ook in beeld, dacht ik. Ik voelde een soort
kinderlijke opwinding. Ik ben straks op de film!
Deze misvatting gaf voeding aan de
fantasie hoe het zou zijn wanneer mooi geklede mensen tegen betaling naar
zichzelf zouden kunnen kijken op een gearrangeerde nep rode loper. Zo ontstond
het basisidee voor de roman. Daarnaast moest er tussen de romanfiguren
natuurlijk ook iets spannends gebeuren, er moest een bepaalde tegenkracht zijn.
Het spettert niet echt tussen de personages, de tegenkracht is echter impliciet aanwezig in de hoedanigheid van de voortschrijdende tijd. Door
middel van kleding en muziek schets Rosenboom een duidelijk beeld van de jaren
’70 tot heden. De flauwe humor hoort bij rock-'n-roll. Enkele personages bereiken
hun ideaal direct al, voor anderen keert het tij zich tegen hen, het ideaal glipt
hen tussen de vingers. Leven in de bijstand had Rosenboom ook wel gewild,
vertelt hij, maar hij is toch maar gaan studeren. Toch zou hij niet graag in de
schoenen van de hoofdpersoon willen staan hoewel deze hoofdpersoon eindigt met
een 'rijk' gevoel.
Het schrijfproces van De
rode loper was vergelijkbaar met eerdere romans. De dialogen zijn echter
meer gecomprimeerd: zo kort mogelijk. Het thema wachten
loopt als rode draad door het verhaal: het wachten op contact, optredens, afspraken, de liefde,
intimiteit en zingeving. Lou
Baljon wacht op de dingen in plaats van ze te doen. Starend naar de basgitaar
van de band Shout wacht hij jarenlang op een optreden van de band. Wachten is voor
hem een activiteit op zich geworden. Hij woont al meer dan tien jaar op
zichzelf wanneer hij voor het eerst bezoek krijgt. Hij is in de vijftig wanneer
hij voor het eerst een vrouw opbelt – een vrouw van wie hij alles al weet en
die hij alleen nog moet ontmoeten.
Het tijdsverloop in de roman, sprongen van 10 jaar, is
gedurfd of zelfs een beetje provocerend? Thomas Rosenboom beaamt dat hij dit verspringen
niet eerder gebruikte, men zou dit te gemakkelijk hebben gevonden. Nu hoeft hij zich
niet meer te bewijzen en is de angst voor het oordeel van anderen weg. Hij durft
ook meer zijn eigen ideeën naar de hoofdpersoon over te hevelen, deze komt
daarmee steeds dichter in de buurt van de schrijver. Een
buitenstaander, ook hijzelf staat immers, als schrijver zonder gezin en ‘baan’ buiten de maatschappij, lijkt het. Het schrijven in barokke stijl met
archaïsch taalgebruik over historische onderwerpen is ook niet meer nodig, dat
kunstje hoeft niet steeds herhaald te worden naarmate je ouder wordt. Integendeel,
er komt nu verzet tegen alles wat op virtuositeit lijkt, aldus Rosenboom. Nog
geen nieuwe roman in zicht? Nee, of deze er ooit komt valt te bezien, misschien
is mijn werk al af...
Tot slot nog de vraag naar auteurs of romans die hem
beïnvloed hebben. Theo Thijssen met De Gelukkige
Klas, meer nog: Het Grijze Kind. Dostojevski met Misdaad en Straf (Schuld
en Boete). Het werk van Gerard Reve. Van Hermans leerde Rosenboom dat zinnen
niet allemaal bijzonder hoeven te zijn, als het boek maar goed is!
De roman De rode loper is een aanrader. Bij de ene
lezer ligt het accent op het komische, bij de andere lezer juist op het
tragische. En de rode loper? Zeker is wel dat die voor iedereen wordt
uitgelegd, of door een ander of door jezelf. Met lentekriebels dartelen we over
de bühne, we blaten en hinniken, tweeten, tjilpen en kwetteren. In de hoop
ergens gehoor of een vriendje te vinden. You
never walk alone. Was het maar zo.
* Een documentaire over een schrijver die niets anders kan dan
schrijven en over de totstandkoming van de roman Zoete Mond. Over de eerste
kladjes en het groeiende schema tot de laatste redactie, het omslag en de
ontvangst. Een mooie documentaire, nooit zal ik het beeld vergeten van het
rondhuppelende konijn in zijn woonkamer...
* Interviewer: Frank van Doeselaar
bronnen: artikel PZC 3-11-2012 Artikel Theo Hakkert:
Rosenboom wordt brutaler
Recensie NRC 2-11-2012 Elsbeth Etty: Vijftien minuten
beroemdheid in Zevenaar