zondag 25 november 2012

Zeeuwse Boekenprijs 2012 voor Ik ben Maan van Maan Leo


Fasten your seatbelts, een zonnig Zeeuws talent arriveert in pracht en praal en met hoge snelheid op het Zeeuwse erepodium. Met haar debuut Ik ben Maan verraste de import-Zeeuw Maan Leo de jury van de Zeeuwse boekenprijs die een keuze moest maken uit 46 ingezonden boeken. Zaterdag 10 november werd haar inzending bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs 2012. 'Dwars, onorthodox en provocerend', zo noemde juryvoorzitter Karla Peijs de roman. 'Met haar on-Nederlandse barokke stijl, grillige maar ook weloverwogen romancompositie en lef schreef zij een van de meest prikkelende romandebuten van de laatste tijd. Een plot is er niet. Het ene hoogtepunt buitelt over het andere, waarbij de lezer wordt meegetrokken of afhaakt'.  

Karla Peijs overhandigt de Zeeuwse Boekenprijs. Copyright foto Lex de Meester
Met buitengewoon veel plezier en bewondering had ik deze originele en opvallende shock novel al eerder gelezen, een bijzondere ervaring. In het Zeeuws Tijdschrift , nr. 7/8 2012, vertelt cabaretière Katinka Polderman dat zelfs zij, na het lezen van Ik ben Maan, even van slag was. In Ik ben Maan doet de vijfentwintigjarige Maan overrompelend verslag van haar quarter life crisis. Het boek is in de ik-vorm geschreven. Dat wil niet zeggen dat het een autobiografische roman is, de schrijfster Maan Leo speelt een geraffineerd spel met werkelijkheid en fantasie en met het stoute, sexy imago dat ze heeft. Dit maakt de ik-verhalen raadselachtig & fascinerend, zeker ook voor Middelburgers zoals Zeeuws Knoopje mede omdat deze stad een rol speelt in de verhalen. De landelijke pers was overwegend lovend: ‘een van de wonderlijkste boeken van de laatste tijd en vaak ook erg geestig’ (***Het Parool) ‘verbluffend, vlegelachtig, wendbaar en vilein’ (****de Volkskrant). De Groene Amsterdammer is eerlijk gezegd minder positief: ‘aanstellerig kleuter-cynisme, gaapverwekkend, ongericht ego-geklep’.
De schrijfster Maan Leo (1986) woont zowel in Utrecht als in Middelburg waar zij werkzaam is aan de Roosevelt Academy als recruitment and communications officer. Hier studeerde zij, net als de Maan in het boek, Arts & Humanities, daarna Women’s and Genderstudies in Utrecht en aan de Universiteit van Hull in Engeland. Zij kan geen inspirerender studie- en werkplek bedenken dan de Roosevelt Academy en in Ik ben Maan speelt de Excellentia Academy dan ook een belangrijke rol. Via Youtube, Twitter en Facebook kan de lezer kennismaken met Maan Leo, daarnaast is het aardig haar website ikbenmaan.com te volgen. Let wel: ook hier is de blogpersona Maan iemand die dicht bij haar staat maar zeker niet met haar samenvalt omdat, volgens haar, de waarheid minder interessant is dan de dingen die zij bedenken kan.
De roman is opgebouwd uit zeventien hoofdstukken waarin Maan telkens een van haar eigenschappen uitlicht. Zij is biseksueel, superslim, bipolair, vaak een bangerik, een vat vol fobieën en een beetje leugenachtig. Ze wil een bestseller schrijven. Ze haat kinderen, ze stottert, valt op oudere mannen en is Wit-Russisch. Ze is fan van David Foster Wallace, is actief in een DFW fanclub en ze is stout (ze houdt van bdsm). Ze werkt als recruiter bij de Excellentia Academy. Niets aan haar is normaal, volgens Maan zijn haar borsten surrealistisch, absurd groot (maat 60K) en is het de kunst om al deze afwijkingen niet als obstakels te zien maar als de wielen van een zegekar, een praalwagen. Maan heeft een quarter life crisis, dus moet ze zich van haar psycholoog binnenstebuiten keren. Omstraald door raadsels geeft zij de lezer een beeld van haar werkelijkheid en de wereld die zich achter het pantser van haar kwetsbaarheid bevindt.

Maan Leo
De stijl is uitbundig, voluptueus, humoristisch en vol zelfspot. Haar taalgebruik is elegant en eloquent, onverbloemd en rijk aan metaforen. In sommige hoofdstukken komt de essayist in haar naar boven. Zelf noemt de schrijfster haar stijl barok, met Rubensvormen: grote volle ronde zinnen. Of dit boek een roman genoemd kan worden vraag ik mij af. Maan Leo maakt binnen het ik-thema kleine blokjes, zegt zij, die telkens op een andere manier in elkaar passen maar niet per sé een lineair verteld geheel vormen. Zij beoogt dat haar taalgebruik op alinea- en zinniveau even prikkelend en spannend is dan het verhaal zelf. Het gaat om Lichtheid, Snelheid, Exactheid, Zichtbaarheid, Veelvuldigheid & Consistentie (Italo Calvino), laat het personage Maan weten, niet om plot, character, theme, structure, style (David Mitchell). Als dit al waar is, je weet bij haar maar nooit, is zij daar zeker in geslaagd. Inhoud en taal zijn als een snoepje, om van te watertanden.  
De pseudo-antieke provinciehoofdstad Middelburg is het achtergronddecor van de verhalen. Na haar studie vestigt Maan zich in dit pittoreske Walcherse stadje. ‘Middelburg heeft net genoeg te bieden om een meisje als mij binnenboord te houden. Een paar niet al te doodse kroegen, een redelijk goede bibliotheek (met het complete oeuvre van DFW in het Engels!), … een shop voor fetish-kleding, een strand op een stief kwartiertje fietsen (Dishoek), een bioscoopcomplex (CineCity) op tien minuutjes treinen (Vlissingen).’ Het is een stad waar ze ’s avonds na elf uur, als zelfs de nachtvlinders in coma liggen, zomaar bij rood licht een druk kruispunt durft over te steken, waar in het historische stadhuis de graduation feestelijkheden plaatsvinden. Een stad waarvoor ze, als recruiter van de Excellentia Academy, in het buitenland studenten moet ronselen: ‘Je lokt ze in de doodlopende steeg van je decolleté. Je zorgt dat ze de Excellentia Academy als een Ultima Thule gaan zien, dat ze er nooit meer weg willen, lichtjaren van je zullen houden. Je vertelt ze niet over de nabijheid van Borssele, over de eeuwige Zeeuwse tegenwind, over de windstille cultuur van het in Doornroosje-slaap verzonken Disney-stadje Middelburg, over de ontbrekende sportfaciliteiten van de EA. Nee, over al die minpunten zwijg je wijselijk, en in plaats daarvan hemel je de voordelen op van een brede bachelorsopleiding en van de intensieve begeleiding die de student krijgt’.
Middelburg, Nacht van de Nacht
Middelburg, in deze parel van Walcheren is het goed wonen: Believe it or not, maar zelfs het brave Middelburg heeft een volbloed achterstandswijk, kracht-, nee prachtwijk. En laat ik nu net in zo’n gezellig volksbuurtje wonen’. Niet ver van dit wijkje ligt het stadspark Molenwater. Toevallig woon ik daar zelf ook dichtbij. De beschrijving van een picknick in dit park is amusant, daarnaast zal de lezer vanaf dit moment, bij het zien van fietsers met nette pakken en stropdas op een zondagse dag, altijd aan wurgseks blijven denken…
Maan Leo, een bijzondere vrouw. Nachtvlinder in Middelburg,’koningin’ van de Nacht van de Nacht waar zij onlangs (27-10) als burgemeester van Middelburg haar rol vervulde. In een simpele bakfiets die omgetoverd was tot mobiel boudoir hield ze de hele avond audiëntie in een waanzinnig gothic Marie Antoinette outfit, omringd door een gevolg van maanmeisjes en muzikanten.
Maan Leo: jonge heldin op de boekenbeurs in Antwerpen, een stralende opkomende ster met een debuut bij een grote uitgeverij (De Wereldbibliotheek). In no time het borstbeeld van de Zeeuwse literaire wereld. Een beetje stout, een beetje sexy. Ik ben Maan is opgedragen aan Peter, haar Grumpy Old Man, met wie ze recentelijk in het huwelijk trad.
Stiekem vraag ik mij nu al af of het aantal aanmeldingen voor de Roosevelt Academy volgend jaar gaat vertienvoudigen, een betere boezemvriendin en ronselaar voor onze Sin City is er niet.

Foto’s uit weblog Maan Leo (met toestemming van Maan Leo)

maandag 19 november 2012

Leestip: Zondig in Zeeland (verhalenbundel)

Omslagillustratie van Maryanne van Winden Oostdijk

Een van de best verkochte boeken in de Zeeuwse Boekenweek was de prikkelende verhalenbundel Zondig in Zeeland. In 26 tinten Zeeuws Licht vertellen bekende en minder bekende Zeeuwse auteurs over ontdekkingen, zondige gedachten en pikante escapades uit hun jeugd, over boeven, bedriegers en zonderlingen op allerlei gebied. De bundel kenmerkt zich door een veelheid aan stijlen. Meer dan de helft van de verhalen is erotisch getint. Het is, aldus de samensteller, een boek geworden met verhalen die je serieus moet nemen, maar niet altijd serieus moet lezen. Verhalen met een grijns en een knipoog naar de lezer. De illustratie op het boekomslag geeft dit gevoel perfect weer, ansichtkaarten van het werk van kunstenares Maryanne van Winden Oostdijk brachten de samenstellers op het idee van dit beoogde prikkelende 'imago' en het werkt... Het is eeuwig zonde om deze amusante en onthullende bundel over te slaan.
Waarom Zondig in Zeeland? Voormalig hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad Peter de Jonge wilde het beeld in de publieke opinie over Zeeland een push-up geven: spannend, minder braaf en volop in beweging. Een verzameling nieuwe verhalen moest maar eens een einde maken aan alle rand-stedelijke vooroordelen. We zijn niet preuts, niet saai, niet zuinig, niet vroom. We zijn 'goed Zeeuws, goed rond' en zelfs een beetje zondig. In een e-mail aan Floortje Zwigtman (zie artikel  Zeeuws Tijdschrift, nr. 7-8 2012) verwoordde hij zijn idee als volgt: Lekker met z’n allen aan de andere kant van de boot hangen, om het scheepje wat rechter te trekken.
De auteurs hebben het begrip zondig heel verschillend geïnterpreteerd en hetgeen onze zondaars te vertellen hebben valt allemaal wel mee, of tegen zo u wilt. Het is geen boek geworden dat schopt tegen de religie. Wat kan de lezer verwachten? Allereerst natuurlijk aandacht voor het grote geheim van Zeeland: een flink aantal allerlekkerste boerenmeiden die de bedstee graag willen delen met...? Maar ook: een verhaal over jongens- en herenliefde. Opvallend veel schrijvers kozen voor een invalshoek vanuit een jeugdig perspectief. Bijvoorbeeld over het gepest worden in het Middelburgse Park Toorenvliedt waar jongens elkaar bij de bunkers en bij het openluchttheater uitdaagden om allerlei grenzen te overschrijden. Ze zouden naakt in het zonlicht dansen. ‘s Avonds werd een van hen van de fiets gesleurd en nog erger… In andere verhalen wordt op het zondaarsbankje verslag gedaan van natte poezen, zelfs over een van benzine druipende kat. Of hoe je bijvoorbeeld met stukjes ijzer, moeren en klinknagels in een binnenhaven de giftige paarse kwalletjes kan raken of doormidden kan gooien en andere kwajongensstreken. Heerlijk zondig zijn de speeltjes van kunststof en rubber en, in een ander verhaal, de videobanden die onder de toonbank verkocht worden door een streng en bekend politicus. En hosternokke, het vloeken komt ook aan bod. Op borden langs Zeelands wegen valt hier en daar te lezen dat vloeken is aangeleerd. Is het dan niet bijna een uitnodiging om eens te laten horen dat je de lesstof nog beheerst? We komen zelfs een personage tegen met een tatoeage ‘ik ben zondig’, een vervalser van historische documenten, een buitengewoon wulpse dame en een smokkelprins. We lezen over avonturen op de boot van Vlissingen naar Breskens, op een camping in Cadzand-Bad en over ‘slavenarbeid’ in Wolphaartsdijk.
Herinneringen aan schuurfeesten & schermutselingen in Zuid-Beveland, aan het verkennen van de nachtelijke binnenwegen & de geneugten van de zijwegen of aan het geestverruimende uitgaansleven in Middelburg, waar in De Beuk en in het bruin café Het Hof van Zeeland van alles gebeurde wat het daglicht niet kon verdragen. En tenslotte ook verhalen over voetbal & seks, over de vriendschap met een hoerenzoon en hoe een privé-detective bij de snikkel wordt genomen. Zo de zonde, zo de straf?
illustratie van Maryanne van Winden Oostdijk
Al met al een afwisselende en amusante verzameling verhalen waarin de Zeeuwse cultuur, het landschap en de geschiedenis veelal het achtergronddecor vormen. De verhalen die mij zeker zullen bijblijven zijn: Parre (Theo Raats), Het Park (Robert Jan Swiers), De overkant (Freek de Jonge), De Beuk (Carolijn Visser), Speling van het licht (Franca Treur), Zondige Zonden (Kees Slager). Ook Het Feest, het langste verhaal (32 blz.) van Oek de Jong, tevens een voorpublicatie uit zijn inmiddels verschenen Pier en Oceaan, was een feest van herkenning. Katinka Polderman maakt haar literaire debuut met het grappigste verhaal uit deze bundel: Groene Poort. Wanneer er eindelijk een telefooncel in hun dorp is geinstalleerd willen twee meisjes uit ’s-Heer Abtskerke wel eens proberen hoe spannend telefoonseks kan zijn…
Wat mij betreft mag er een vervolgbundel verschijnen, het zou zonde zijn wanneer het Zeeuwse zondenregister niet verder gearchiveerd wordt. Aan dit podium voor de beste Zeeuwse schrijvers zal Maan Leo, winnares van de Zeeuwse Boekenprijs 2012, ongetwijfeld een bijdrage kunnen leveren, wat een ontboezemend talent is zij! Natuurlijk ga je na het lezen van deze bundel nadenken over je eigen jeugdzonden, wie niet? Als wilde boerenmeid heb ik ook alles gedaan wat niet mocht en als spijt met de zonde komt, dan geldt dat niet voor mij. Mijn blinkende zonden blijven vooralsnog geheim. Nou ja, toch maar een kleine bekentenis: ik heb al vanaf mijn jeugd een geheim doosje waarin ik afbeeldingen en ansichtkaarten bewaar van Zeeuwse vrouwen in de beeldende kunst. Bij deze afbeelding denk ik vanzelfsprekend aan de ondeugende poëtische bijdrage van Johanna Kruit.

VVV-Reclame van een wulpse dame

Al jaren ben ik bezig iets te leren
een mooi beroep, bijvoorbeeld iets met heren
ik kan de mannen heus wel inspireren
al woon ik in de gemeente Veere

Natuurlijk draag ik in mijn werk geen kleren (einde citaat)

Guido Metsers, Zeeuws meisje, 2005 Aquarel en oost-indische inkt, 20x30 cm.
Hoe het verder gaat met deze dame? Je mag dat zelf gaan ontdekken in deze aanbevolen bundel. Vanuit Zeeland groet ik u met een glimlach en een knipoog.

Slik op de weg - De Zeeuw achter de suikerbiet


'Slik op de weg, loof op ’t land, ’t is peetied in Zuud-Beveland'*. Bestonden er al liedjes die een ode aan de suikerbiet ‘bezongen’, nu is er sinds kort ook een aardig boekje aan gewijd. De suikerbietenteelt in Zeeland is dit jaar het onderwerp van het boekenweekgeschenkje van De Week van het Zeeuwse Boek. In Slik op de weg - De Zeeuw achter de suikerbiet geven Tiny Polderman (tekst) en Karin den Boer (fotografie) in woord & beeld een mooi inkijkje in de wereld van de bietenoogst. In de inleiding komt de geschiedenis van de Zeeuwse suikerbietenteelt aan de orde, vervolgens vertellen vijf landbouwers, een loonwerker en een vrachtrijder over allerlei aspecten van de bietenteelt, van zaaien tot aan de oogst. Omdat vrijwel iedere Zeeuw vroeg of laat in het seizoen met eigen ogen de groei van dit landbouwgewas kan volgen en in het najaar de slik op de weg kan tegenkomen is het voor velen interessant om kennis te nemen van allerlei wetenswaardigheden. Weet je dat Noord-Beveland ook wel Peeland wordt genoemd? Of dat elke suikerbiet goed is voor 17 suikerklontjes? En neem bijvoorbeeld het verschil tussen de biologische bietenteelt op het bedrijf Loverendale-Ter Linde in Oostkapelle en de teelt op andere bedrijven. Waar de eerste zonder kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en gewasbescherming een mooie oogst binnenhaalt gaat het er bij andere bedrijven vaak anders aan toe. Bietentelers kunnen nu gebruik maken van GPS-systemen, hiermee zijn ze in staat kaarsrecht in te zaaien en te oogsten, ook ’s nachts. Ook berekent de computer tevens nauwkeurig de hoeveelheid chemische gewasbescherming. Sommige sproeidoppen van de sproeiarm, die ca. 33 meter lang is, worden automatisch afgesloten om overlap (dubbel sproeien) te voorkomen, bijvoorbeeld bij onregelmatig gevormde percelen.
Over de geschiedenis van de bietenteelt valt veel te vertellen. In feite hebben we de bietenteelt te danken aan de afschaffing van de slavernij. Na de afschaffing van de slavernij steeg de prijs van suikerriet waardoor bietsuiker uitgroeide tot een aantrekkelijk alternatief. Na de Franse Revolutie werd door Napoleon van 1806 tot 1814 alle handel tussen het Europese continent en Groot-Brittannië verboden; de invoer van suikerriet werd vrijwel onmogelijk gemaakt en de prijs steeg enorm. Napoleon kreeg interesse in nieuwe landbouwproducten en nam maatregelen om de bietsuikerindustrie te bevorderen. Volgens een decreet uitgevaardigd in 1811 moest een bepaald oppervlak aan landbouwgronden met suikerbieten worden beplant. Aan het departement Monden van de Schelde werd 1000 ha opgelegd. Er ontstonden fabriekjes voor de verwerking van de suikerbieten. In Zeeland werden er in 1812 twee opgericht, te weten in Zierikzee en in Middelburg. Ze waren maar korte tijd in bedrijf, de fabriek in Zierikzee ging failliet en in Middelburg kwam de eigenaar Emmery vroegtijdig te overlijden. In Zeeland kreeg de suikerbietenteelt een grote impuls na de terugval van de meekrapteelt in 1870.
Het vervoer van suikerbieten in Zeeland is een onderwerp op zich. Naast het vervoer over land en via de vele bietenhaventjes verliep het transport ook per tram. De oudste Zeeuwse tramlijn, Middelburg-Vlissingen  werd in 1881 opengesteld. In 1906 kwam de verbinding Middelburg-Koudekerke-Domburg tot stand. Vooral in Zeeuws-Vlaanderen brachten de beroemde bietentransporten veel geld in het laatje. Het transport is natuurlijk veranderd, de vrachtrijders anno nu werken tijdens de bietencampagne dag en nacht. Er zit geen druk achter, de peefabriek in Dinteloord die 30.000 ton bieten per dag verwerkt, is altijd open. Maar, zegt de vrachtrijder, het is jammer dat er een mentaliteitsverandering optreedt. Vroeger was het voor de boer een feestje. Dan kreeg je koffie en koeken, zelfs midden in de nacht.
Mangel oftewel voederbiet
Uit mijn jeugd herinner ik me de bijzondere sfeer rondom de bietenoogst heel goed, al heel vroeg leerden wij wat aanpakken was. Het begon al voor de zomer wanneer we vader moesten helpen met ‘peejen verdunnen’. Op onze knieën kropen we over het land om overtollige plantjes weg te halen, er moest om de  ± 30 cm een gezond en sterk plantje of een klein bosje plantjes blijven staan. Soms hielpen we bij het onkruid wieden: vuulte kappen. Bij de oogst werden wij wederom ingezet, de jongens hielpen bij het zwaardere werk, ook het opruimen van slik op de weg. Leerzaam was wel, wie eenmaal met een peeriek door zijn laars had gestoken liep zijn verdere leven rond met een litteken van deze eerste levensles: er bestaan gevoelige tenen en rubberen laarzen zijn zachter dan klompen. De transportjes van koffie, boterhammen en koek waren meer een vrouwentaak, hoewel wij ook op het land moesten meehelpen. Het was een gezellige maar ook spannende tijd. Het weer was onvoorspelbaar: novemberstormen, regen en zonnige dagen, het wisselde per dag en met dichte mist zag je geen biet. Je werd er ook winterhard van. Zelf vond ik de voederbietenoogst veel leuker! Mangels waren kleurrijker om te zien en de oogst werd bewaard voor veevoer in de winter. In de mangelmeulen werden deze fraaie bieten dan tot hapklare brokken gemalen. Wat het vervoer betreft herinner ik mij dat de bieten met tractor en wagen naar de Loskade in Middelburg werden gebracht, de vracht werd daar bemonsterd en gewogen op de weegbrug. Voor 1963 was de haven van Veere het vertrekpunt van de transporten per binnenschip.
Jammer dat in Slik op de weg - De Zeeuws achter de suikerbiet de Zeeuwse dialectwoorden weinig aandacht krijgen, juist in deze woorden liggen mijn zoete herinneringen. De bekendste woorden zijn: sukerpeejen, peeriek, peeland, peefabriek, peeloof, peekoppen, peemes, mangelmeulen, peespae, peetied. Ook peeborden is een woord uit mijn jeugd: de verhogingen van planken aan de wagen voor het vervoer van de bieten.
Slik op de weg – De Zeeuw achter de suikerbiet is voor mij een feestje van herkenning. Een aanrader voor wie meer wil lezen over bietenoogst & bietenpulp, suikergehalte & tarra, schuimaarde & zware klei, bietenrassen & bietencampagne, bietenzaad & vroege of late bieten, bietentransporten & de suikerfabriek. De foto’s van Karin de Boer geven een prima beeld van de mens achter de suikerbiet. Mijn vader was ook zo’n Zeeuw achter de suikerbiet. Een hardwerkende man die later, bij zijn kinderen op feestjes of ‘op de koffie’ altijd moeite bleef houden met de klontjes van rietsuiker. Als eerbetoon aan hem wil ik deze foto van mijn vader met mijn lezers delen.

Jo Kasse levert zijn bieten aan voor inscheping naar de peefabriek. Veere, ca. 1960
  Copyright foto: Jonkheer W.L. den Beer Poortugael, Veere
*tekst liedje is van Du Driefstang

donderdag 8 november 2012

Gevelgedicht 'Mensen' van Hans Verhagen

Middelburg & Mensen
Middelburgers en buitenlui, kom en lees. De stad Middelburg wordt meer en meer een poëtische stad. Op de zonnige zondagmiddag van 28 oktober werden twee nieuwe gevelgedichten gepresenteerd, nummer 13 en 14 op rij, dit in het kader van het poëzieproject Sprekende Gevels. Als bindend element voor de poëzie-route geldt het thema Zee & Land & Mensen. Beide gedichten, aan weerszijden van de gracht spelen daar mooi op in.
De gedichten zijn ditmaal van Juul Kortekaas en Hans Verhagen. De Middelburgse Juul verrast de inwoners van de stad met een fragment uit haar nog niet gepubliceerde gedicht ‘Middelburg’, het fragment heeft als titel ‘Avond’.
Het gedicht ‘Mensen’ van Hans Verhagen is te vinden in zijn vroege bundel Rozen & Motoren (1963). Het is een fragment uit de gedichtencyclus Hans Verhagen & Zn. In deze bundel is ook een reeks over Zeeland te vinden, daarover straks meer. Met alle respect voor beeldend kunstenaar Juul, die aan het prille begin staat van een veelbelovend dichterschap, wil ik hier verder aandacht vestigen op Hans Verhagen, een markant dichter die al bijna een halve eeuw (!) woorden zoekt en vindt voor wat hem beweegt en verwondert.
Maar eerst dit: vast onderdeel bij de presentatie van de gevelgedichten is een toelichting door de wethouder van Cultuur op de locatiekeuze, nu aan de gracht  tussen Kromme Weele en Seisstraat, en het plaatsen van de gedichten in het historisch perspectief van Middelburg. Of in de poëtische woorden van Juul Kortekaas:
als herinnering aan de tijd
waarin Middelburg oprees
en geen zee te hoog was (citaat gevelgedicht)
In dit gedeelte van Middelburg, ter hoogte van de straten Penninghoeksingel en Molenberg bevond zich de voormalige Middeleeuwse verdedigingswal. De wal was aangelegd in de 13de eeuw onder het bewind van Rooms-Koning Willem II, koning van Holland en Zeeland. De loop van de huidige Singel herinnert nog aan de oude verdedigingsgracht uit de 13de eeuw.
De Seisstraat en in het verlengde daarvan de Seisweg, behoren samen met de Noordweg en de Segeersweg tot de oudste invalswegen van Middelburg. Ter hoogte van de brug over de Singel bevond zich één van de acht middeleeuwse stadspoorten, te weten de Seispoort. Het was hier een komen en gaan van mensen. Mensen te voet, boeren, burgers en buitenlui. Pelgrims en kerkgangers, handelaren en zeelui, seizoenarbeiders, sjouwers. Mensen te paard, koeriers en koetsiers, geestelijken en kooplieden. De Gildebroeders van de Schutterij van Sint Sebastiaan. Buitengaanders en lediggangers. En aan de stadspoort posteerden zich bedelaars en minderbedeelden, chronisch zieken en geesteszieken, in de hoop een aalmoes te mogen ontvangen van passanten. Eeuwen geleden was het hier een drukte van belang. Een mensenmenigte die zich ophield voor de nauwe Seispoort, om de stad in te mogen. En in tegengestelde richting, de mensen die de stad wensten te verlaten. Of in de poëtische woorden van Hans Verhagen:

Mensen
De 1e m² emotie met gedachten als met voeten         
tredend betreden
zij hun schoeisel, een mooie tijd tegemoet              

Mensen manoeuvrerend, elkaar
ontwijkend, omhelzend,
ontvallend

Mensen

De in Vlissingen geboren Hans Verhagen (1939) ontving in 2009 de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre dat gekenmerkt wordt door poëtische durf en eigenzinnigheid, humor en engagement. Volgens het juryrapport een dubbel en dwars verdiende prijs, alleen al omdat hij als dichter niet één maar twee keer een bloeiperiode heeft gekend. Zowel tijdens de jaren zestig, de periode van zijn 'totale poëzie', als in de eenentwintigste eeuw schreef Verhagen verbluffend goede poëzie, voor een groot deel na te lezen in de prachtige verzamelbundels Eeuwige vlam - Verzamelde gedichten 1958-2003 (2003) en Automatische profeet (2009). In 2011 verscheen Dit is de wereld niet - Keuze uit eigen werk. 
Schilderij: Hans Verhagen Fleures Nouveau
Hans Verhagen is een dichter van paradoxen en tegenstellingen, een dichter die zich niets van trends aantrekt. Zijn poëzie is toegankelijk en weerbarstig, romantisch en verontwaardigd, euforisch en geniaal. Soms zijn de verbanden die hij legt bijna onnavolgbaar en lijken het flarden van hallucinaties of visioenen. De liefdesgedichten, waarvan vele voor zijn te jong overleden vrouw Conny, getuigen van het onvermogen om te beschrijven wat deze liefde voor hem heeft betekend. ‘Zij was alles wat.’
Een van de vele redenen om Hans Verhagen de P.C. Hooft-prijs toe te kennen was, volgens de jury, het feit dat Hans continu het actuele leven met gedrevenheid, woede en verontwaardiging een plek geeft in zijn poëzie. Over dit verontwaardigd idealisme zegt de dichter: ‘…als ik klaag over wat ik om me heen zie, is dat omdat ik denk aan hoe goed de wereld zou kunnen zijn. Ik ben daar wel realistisch over: zulke dromen worden voortdurend verstoord'. Tegelijkertijd is Hans Verhagen ook een romanticus met lyrische gedichten waarin tederheid botst op brutaliteit, waarheid wandelt naast verlorenheid.
Hans Verhagen is behalve een prominent dichter ook een geprezen schilder, journalist en legendarisch televisiemaker. Verder geldt hij als de ontdekker van de Zeeuwse band Dragonfly die in de jaren zestig korte tijd furore maakte en in het voorprogramma van Pink Floyd stond. In zijn meest recente bundel schreef hij: ‘Mijn vurige wens is verzwegen te worden’. Dat gaat in Middelburg mooi niet lukken. Wij Zeeuwen weten onze dichter te eren. Het is de wereld niet, maar Zeeland speelde natuurlijk wel een rol in zijn poëzie. In de debuutbundel Rozen & Motoren (1963) is de reeks Het nieuwe Zeeland het (her)lezen waard. Hieruit het volgende gedicht dat mooi aansluit bij het thema Zee & Land & Mensen:

Zeeuwse reportage

Zeeuwse reportage: actueel is de branding,
en natuurlijk het basalt,
en geen teken van leven geeft de passerende voetstap.

Het zand heeft veel mensenkennis opgedaan,
en 30.000 jaar herinneringen vastgelegd:
geen lamp die deze wiskunde wil lezen.

Ornithologisch of lyrisch klapwiekt de mens voorbij,
schijngestalte v.d. maan uit zijn agenda;
hem gaat geen licht op.


(Fotografie op locaties in Middelburg in eigen beheer)

Zie ook: www.literatuurinzeeland.nl voor biografie Hans Verhagen en meer informatie over het Poëzieproject Sprekende Gevels.