Over de geschiedenis van de bietenteelt valt veel te
vertellen. In feite hebben we de bietenteelt te danken aan de afschaffing van
de slavernij. Na de afschaffing van de slavernij steeg de prijs
van suikerriet waardoor bietsuiker uitgroeide tot een aantrekkelijk
alternatief. Na de Franse Revolutie werd door Napoleon van 1806 tot 1814
alle handel tussen het Europese continent en Groot-Brittannië verboden; de
invoer van suikerriet werd vrijwel onmogelijk gemaakt en de prijs steeg enorm.
Napoleon kreeg interesse in nieuwe landbouwproducten en nam maatregelen om de
bietsuikerindustrie te bevorderen. Volgens een decreet uitgevaardigd in 1811 moest een
bepaald oppervlak aan landbouwgronden met suikerbieten worden beplant. Aan het
departement Monden van de Schelde werd 1000 ha opgelegd. Er ontstonden
fabriekjes voor de verwerking van de suikerbieten. In Zeeland werden er in 1812
twee opgericht, te weten in Zierikzee en in Middelburg. Ze waren maar korte tijd in bedrijf, de fabriek in Zierikzee ging failliet en in Middelburg kwam de eigenaar Emmery
vroegtijdig te overlijden. In Zeeland kreeg de suikerbietenteelt een grote impuls na
de terugval van de meekrapteelt in 1870.
Het vervoer van suikerbieten in Zeeland is een onderwerp
op zich. Naast het vervoer over land en via de vele bietenhaventjes verliep het
transport ook per tram. De oudste Zeeuwse tramlijn, Middelburg-Vlissingen werd in 1881 opengesteld. In 1906 kwam de verbinding Middelburg-Koudekerke-Domburg tot stand. Vooral in Zeeuws-Vlaanderen brachten de
beroemde bietentransporten veel geld in het laatje. Het transport is natuurlijk
veranderd, de vrachtrijders anno nu werken tijdens de bietencampagne dag en nacht. Er
zit geen druk achter, de peefabriek in
Dinteloord die 30.000 ton bieten per dag verwerkt, is altijd open. Maar, zegt
de vrachtrijder, het is jammer dat er een mentaliteitsverandering optreedt. Vroeger was het voor de boer een feestje.
Dan kreeg je koffie en koeken, zelfs midden in de nacht.
Mangel oftewel voederbiet |
Uit mijn jeugd herinner ik me de bijzondere sfeer rondom de
bietenoogst heel goed, al heel vroeg leerden wij wat aanpakken was. Het begon
al voor de zomer wanneer we vader moesten helpen met ‘peejen verdunnen’. Op
onze knieën kropen we over het land om overtollige plantjes weg te halen, er
moest om de ± 30 cm een gezond en sterk
plantje of een klein bosje plantjes blijven staan. Soms hielpen we bij het
onkruid wieden: vuulte kappen. Bij de
oogst werden wij wederom ingezet, de jongens hielpen bij het zwaardere werk, ook
het opruimen van slik op de weg. Leerzaam was wel, wie eenmaal met een peeriek door zijn laars had gestoken
liep zijn verdere leven rond met een litteken van deze eerste levensles: er
bestaan gevoelige tenen en rubberen laarzen zijn zachter dan klompen. De
transportjes van koffie, boterhammen en koek waren meer een vrouwentaak, hoewel wij
ook op het land moesten meehelpen. Het was
een gezellige maar ook spannende tijd. Het weer was onvoorspelbaar:
novemberstormen, regen en zonnige dagen, het wisselde per dag en met dichte
mist zag je geen biet. Je werd er ook winterhard van. Zelf vond ik de
voederbietenoogst veel leuker! Mangels waren kleurrijker om te zien en
de oogst werd bewaard voor veevoer in de winter. In de mangelmeulen werden deze fraaie bieten dan tot hapklare brokken
gemalen. Wat het vervoer betreft herinner ik mij dat de bieten met tractor en
wagen naar de Loskade in Middelburg werden gebracht, de vracht werd daar bemonsterd
en gewogen op de weegbrug. Voor 1963 was de haven van Veere het vertrekpunt
van de transporten per binnenschip.
Jammer dat in Slik op
de weg - De Zeeuws achter de suikerbiet de Zeeuwse dialectwoorden weinig aandacht krijgen, juist in deze
woorden liggen mijn zoete herinneringen. De bekendste woorden zijn: sukerpeejen, peeriek, peeland, peefabriek,
peeloof, peekoppen, peemes, mangelmeulen, peespae, peetied. Ook peeborden is een woord uit mijn jeugd:
de verhogingen van planken aan de wagen voor het vervoer van de bieten.
Slik op de weg – De Zeeuw achter de suikerbiet is voor
mij een feestje van herkenning. Een aanrader voor wie meer wil lezen over
bietenoogst & bietenpulp, suikergehalte & tarra, schuimaarde &
zware klei, bietenrassen & bietencampagne, bietenzaad & vroege of late
bieten, bietentransporten & de suikerfabriek. De foto’s van Karin de Boer geven
een prima beeld van de mens achter de suikerbiet. Mijn vader was ook zo’n Zeeuw
achter de suikerbiet. Een hardwerkende man die later, bij zijn kinderen op
feestjes of ‘op de koffie’ altijd moeite bleef houden met de klontjes van
rietsuiker. Als eerbetoon aan hem wil ik deze foto van mijn vader met mijn lezers delen.
Jo Kasse levert zijn bieten aan voor inscheping naar de peefabriek. Veere, ca. 1960 |
Copyright foto: Jonkheer W.L. den Beer Poortugael, Veere
*tekst liedje is van Du Driefstang
Geen opmerkingen:
Een reactie posten