zondag 30 mei 2010

Wiek!: mooi kinderboek van Zeeuwse schrijfster Leuntje Aarnoutse

Debuteren bij uitgeverij Lemniscaat is een droom van veel schrijvers van kinderboeken, het overkwam de uit Valkenisse afkomstige Leuntje Aarnoutse (1967) met haar verhaal over Wiek. Haar jeugdboek Wiek! werd 14 mei feestelijk gepresenteerd in de Drvkkery in Middelburg.
Leuntje Aarnoutse, van beroep tekstschrijfster en journaliste, daarvoor ‘bibliotheekjuf’ en kokkin, woont in de Franse Pyreneeën maar heeft toch een oer-Hollands boek geschreven.
Wiek woont samen met zijn moeder Maan (Manuela) en heeft al zijn hele leven zonder vader moeten doen. Dat maakt hem niet uit. Hij heeft een droomvader bedacht die net als Robinson Crusoe op een onbewoond eiland is gestrand. Deze vader wil wel bij zijn zoon op bezoek maar dat is gewoon nog niet gelukt, fantaseert Wiek. Totdat er op een dag zomaar ene Frenk voor de deur staat. Wiek schrikt als hij hem ziet staan. Nooit zomaar de deur open doen, zegt Maan altijd. Eerst vragen wie er is. Maar de man bij de voordeur schrikt nog veel meer van hem, lijkt het. Al snel in het verhaal wordt duidelijk dat hij Wiek’s vader blijkt te zijn. Maar is dit nou leuk, of juist niet? Frenk’s komst gooit Wiek’s wereld (en die van zijn moeder) flink in de war, zeker als blijkt dat hij nooit lang op een plek blijft.
Wiek is een heel gewone jongen die niet naar de opvang wil. Na schooltijd gaat hij veel liever met zijn vriendinnetje Sonia mee, zij heeft thuis een Afrikaanse trommel! Wiek hoopt dat zijn vader wil blijven maar vraagt zich ook af of Maan dan nog wel tijd voor hem heeft. En hij wil natuurlijk weten of hij op zijn vader lijkt of niet. Je lijkt vooral op jezelf, zegt Oege, een vriend en buurman die zo’n beetje zijn tweede vader is. Toch: het gevoel voor ritme en het plezier in het drummen komen wel ergens vandaan… Wanneer Frenk ineens is vertrokken denkt Wiek dat het zijn schuld is, dat zijn vader niet bij hem wil zijn. Hij mist zijn vader en maakt elke dag een tekening van hem: Frenk met zijn puntschoenen, met zijn basgitaar en versterker, met zijn ringetje in zijn oor, met zijn glas bier in zijn hand. Ook zijn moeder mist Frenk elke dag. ‘Maar Frenk is een soort vogeltje. Hij moet vliegen. Als je hem in een kooi doet, wordt hij ziek’. Met andere woorden: ‘Als je veel van iemand houdt, lijkt het net of je met elastiekjes aan elkaar vastzit. De meeste mensen vinden dat wel een lekker gevoel. Maar Frenk niet… Ik denk dat Frenk te veel elastiekjes begon te voelen’.
Wiek maakt samen met Sonia een plan om zijn vader op te sporen, krijgt op zijn verjaardag een supercadeau en vindt min of meer zijn eigen ritme met het swingende Knerf-lied. Dat zijn de letters van Frenks naam. Maar dan omgekeerd. Zijn liedje moet knerf-achtig klinken. Hard en scherp, met veel echo’s. Zo vader, zo zoon!
Het einde van het verhaal is origineel en leuk. Wiek! is een verhaal dat vanaf de eerste bladzijde boeit. Het is met vaart, ritme en humor geschreven. Het taalgebruik is helder en origineel, de bijnamen voor Wiek die de moeder van Sonia elke dag verzint zijn grappig. Zoeken naar je identiteit wanneer een moeder soms van mening is dat je je vader maar moet vergeten is voor kinderen een bijna onmogelijke opgave. Jij hebt Frenk toch zelf gekozen als mijn vader? En daarna heb je hem weggestuurd! Daar kan ik toch niks aan doen? Het onderliggende thema in Wiek! is gebaseerd op het lied ‘Daar was een sneeuwwit vogeltje…’ (ca. 1500) waarin een vogeltje de boodschapper is tussen twee geliefden die heel ver van elkaar wonen. Leuntje Aarnoutse heeft deze thema’s op een eerlijke, gevoelige en humoristische manier via Wiek! aan kinderen verteld. Dat zij goed kan schrijven is meteen duidelijk.
Wiek! is geschreven voor kinderen vanaf 8 jaar (zo’n beetje), maar ook leuk om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 6.
De grappige illustraties zijn gemaakt door Doesjka Bramlage die voor Lemniscaat al eerder Een heel bijzondere hond en Moffel en Piertje illustreerde.
Laten we hopen dat de Pyreneeën een inspirerende omgeving blijven voor Leuntje Aarnoutse. Wij zeggen hier ‘Geen dierder plek voor ons op aard…’, als Leuntje daar in de bergen jeugdboeken blijft schrijven is dat ons Zeeuwen heel veel waard.

woensdag 26 mei 2010

Kandinsky, een paardje, een blote beer en behangpapier

Thuis geen bloemetjesbehang aan de wand, wel een witte muur met boven de blauwe bank een strak ingelijste poster van een schilderij van Kandinsky: Improvisation Klamm, 1914. Deze improvisatie van een kloof of ravijn hangt er al meer dan 15 jaar… Vorige week heb dit schilderij eindelijk in het echt gezien in het Gemeentemuseum in Den Haag waar t/m 13 juni de tentoonstelling Kandinsky en Der Blaue Reiter te bezichtigen is, de moeite waard!
In het begin van de 20ste eeuw zette een groepje schilders de kunstwereld volledig op zijn kop. Met hun expressieve, lyrische schilderijen vol felle kleuren stond Der Blaue Reiter, zoals zij zichzelf noemden, aan de basis van het ontstaan van het expressionisme. De kern van deze groep werd gevormd door de Russische Wassily Kandinsky en zijn geestverwant Franz Marc: beiden hielden van de kleur blauw, Franz Marc hield van paarden en Kandinsky had al eerder een ruiter-schilderij gemaakt, vandaar de naam.
Ik word altijd blij van het kleurgebruik van Kandinsky. Hij maakte mooie composities waarbij hij zich liet inspireren door experimentele muziek en primitieve volkskunst, we zien de sfeer van Russische sprookjes en oude volkverhalen, dieren en natuur. Kandinsky wordt gezien als de schilder van het eerste abstracte schilderij ter wereld, een ‘Improvisatie’ aquarel (1910). Over de reeksen Improvisaties en Composities wordt gezegd dat Kandinsky zocht naar de ultieme versmelting van schilderkunst en muziek, heb je zoiets aan je muur hangen dan zijn de klanken van de muziek bijna hoorbaar bij het kijken naar het schilderij.
Muziek en kleur zie je ook in de illustraties van Daan Remmerts de Vries. Ik heb de tentoonstelling Blote beer en nog véél meer (ook in het Gemeentemuseum) met veel plezier bekeken. In 1997 verscheen Mijn tuin, mijn tuin (bekroond met een Zilveren Griffel) en ik vind dit nog steeds een prachtig boek: authentieke kleurrijke collages waarbij gebruik is gemaakt van ouderwets behangpapier met natuurafbeeldingen: planten, roosjes en allerlei bloemmotieven. Een illustrator die eigenlijk popmuzikant had willen worden maar zijn muzikaliteit uitbundig in zijn illustraties uitleeft, prenten die ook poëtisch en knus zijn want hij wil ook een beetje troost bieden. Toen de kinderen nog klein waren heb ik het wel voorgelezen op de blauwe bank terwijl de Kandinsky over mijn schouders meekeek. Ook de illustraties in Blote beer (1998) en Droomkonijn (2008) zijn zo aandoenlijk vrolijk!
Deze tentoonstelling bij het twintigjarig jubileum van de auteur kan als een erkenning voor zijn illustraties gezien worden, evenals de aandacht voor Meneer Kandinsky was een schilder, een kunstboek voor kinderen vanaf 4 jaar, in opdracht van het Gemeentemuseum geschreven voor de tentoonstelling. Wanneer jouw prenten in de buurt van de schilderijen van Kandinsky hangen mag je als illustrator trots zijn. In het boek ontsnapt er op een dag een blauw paardje uit een schilderij en fluistert de schilder in het oor wat hij kan schilderen en hoe. ’Je mag zo’n huis ook best eens rood maken! Of paars, of scheef, of kleiner of groter… je mag best laten zien wat je bij zo’n huis voelt!’ Ook allerlei geluiden vallen hem dan op, en al die geluiden hadden een vorm en een kleur – die kon hij ook laten zien! Een boek met mooie illustraties (collage, foto, verf), informatie over visies op kleurgebruik en natuurlijk passeren enkele beroemde schilderijen de revue. Toch ben ik niet super enthousiast over deze uitgave: de afbeelding van de persoon Kandinsky in bijna alle prenten vind ik niet altijd zo mooi en eigenlijk een beetje storend! Dan denk ik: geef je paard de sporen en verdwijn… Tja, ik hoop dat kinderen het wel mooi vinden en ik hoop dat dit boek op scholen binnen galoppeert als inspiratiebron voor kleurrijke teken- en schilderlessen want het blijft een bijzonder boek.
Nog even over mijn poster… Na al die jaren is er een grote kloof ontstaan tussen de originele kleuren en datgene wat ik nu zie: het geel is veranderd in bijna wit. En toch word ik nog elke keer blij als ik dat ding zie hangen! Schepen vergaan, behang verschiet, rozen verwelken maar mijn liefde voor Kandinsky blijft bestaan.


woensdag 19 mei 2010

Gezien: Vlammenstad: een tweeluik over muizen en soldaten (try-out 15 mei)

Zaterdagavond 15 mei in Middelburg de try-out voorstelling gezien van het theaterstuk Vlammenstad, een tweeluik over muizen en soldaten. Het is geschreven in het kader van de herdenking van ‘Het Vergeten Bombardement’ (17 mei 1940) en zal één van de vier locatievoorstellingen zijn bij het Zeeland Nazomerfestival.
Vlammenstad is in opdracht van Het Theaterproductiehuis Zeelandia geschreven door de uit Zeeland afkomstige Judith de Rijke, zij regisseert het stuk ook. Het wordt gespeeld door twee Zeeuwse acteurs: Bram Kwekkeboom en Adri Overbeeke.
Interviews, persoonlijke verslagen en historisch materiaal vormen de basis voor de tekst van de monologen: twee verzonnen ‘getuigenissen’ of twee verslagen van die ‘zwarte vrijdag’: die van Moon en die van Muis.
Adri Overbeeke speelt in de torenvoet van de Lange Jan (in de Wandelkerk) de 15-jarige Moon, die ‘Yes, War!’ juicht wanneer de eerste Duitse Messerschmitts over de stad vliegen. Eindelijk een echte oorlog, met tinnen legertjes maanden in loopgraven gedaan alsof en nu gaat het beginnen! Bram Kwekkeboom speelt het personage Muis die als volwassen persoon (85 jaar) terugkijkt en in 1940 als jongste lid van de burgerluchtmacht de opdracht kreeg de Lange Jan te beklimmen om op zoek te gaan naar de torenwachter. Als uiteindelijk de bommen inslaan en beide jongens hun stad in brand zien vliegen, slaan ze op de vlucht.
Het was een try-out voorstelling, ik vond het heel indrukwekkend. Voorafgaand aan de voorstelling werd een rondleiding rondom het Abdijcomplex gegeven met verhalen over de oorlog en informatie over de beschadigingen van het bombardement. Toevallig liep onze wethouder van cultuur ook mee en daar waar onze gids de vragen niet kon beantwoorden nam hij die rol moeiteloos over, geweldig! Nog voor je Vlammenstad ziet weet je dat er nu in Middelburg mensen rondlopen waarop je kunt bouwen! Na de koffie in het Zeeuws Museum naar de torenvoet van de Lange Jan waar alleen de acteur Adri Overbeeke het verhaal van Moon vertelde, intens, boeiend, een prestatie van hoog niveau.
‘Mijn krachtige, machtige torenwachter…
van ons trots, de Lange Jan…
kunt u er voor zorgen, wachter,
dat alle Duitse vliegtuigen,
vannacht nog tegen de vlakte gaan?’
Af en toe muziek erbij en het was mooi om te zien hoe de ‘jongens van de knoppen’ fantastisch werk verrichtten. De acteurs spelen zowat voor de voeten van het publiek, het is een intieme voorstelling. De keuze voor de twee locaties staat symbool voor de personages. De Lange Jan staat symbool voor Middelburg en door zijn hoogte kun je het zien als een teken van hoop.
Het tweede deel wordt door Bram Kwekkeboom gespeeld in de crypte van de Abdij. De crypte kan associaties oproepen met een schuilkelder, deze omgeving past ook bij een man die geplaagd wordt door schuldgevoelens en zich verward afvraagt waarom de dingen toen gingen zoals ze zijn gegaan.
ie-wie-wij is eerlijk weg,
heb je mazzel, heb je pech,
ben je laffig of een held,
word je gespaard of juist geveld
.
Prachtig gespeeld en wat een fysieke inspanning vergt dit stuk van de spelers.
Toch vraag ik mij af of ik niet eerst de monoloog van Muis had willen zien en daarna die van Moon, ik vond de tweede monoloog ‘zwaarder’, ernstiger en de eerste monoloog ondanks alles ‘lichter’.
Ik wil iedereen aanraden warme kleding aan te doen of mee te nemen! Vlammenstad wordt gloedvol gespeeld maar het is wel fris in die crypte ondanks de dekentjes die voor het publiek klaarliggen. Koude voeten in de torenvoet van de Abdij bij het zien van Vlammenstad. Ik had na afloop verdomd veel zin in een stevige whisky, ik verlangde naar het heerlijk brandende gevoel van een stevige slok die mijzelf even in vlam zou zetten en zou verwarmen. Jawel, ook symbolisch! Dit is misschien geen gepast einde maar het was echt zo. Na het zien van dit geweldige theaterstuk kunnen we ook niet anders dan het glas heffen op de toekomst.

Zie voor een eerder interview met Bram Kwekkeboom en Adri Overbeeke http://www.drvkkery..nl/ Drvkkery TV, Talkshow vrijdag 7 mei
Meer informatie: http://www.theaterzeelandia.nl/

zaterdag 15 mei 2010

Vergeten bombardement Middelburg: Bommen op ons huis (Martine Letterie)

Op 9 april vond in Middelburg de presentatie plaats van het project Vergeten Oorlog, een initiatief van o.a. De Schrijvers van de Ronde Tafel en uitgeverij Leopold. Doelstelling van dit project is: aandacht vragen voor aspecten van de Tweede Wereldoorlog waar tot nu toe weinig over verschenen is.
Het project bestaat uit een leskoffer voor scholen en bibliotheken met daarin zes nieuwe jeugdboeken voor de leeftijd vanaf ongeveer 10 jaar. De bijbehorende lessuggesties kunnen ook op de website http://www.vergetenoorlog.nl/ gevonden worden.
Belangrijk voor het Zeeuwse onderwijs is het leesboek Bommen op ons Huis van Martine Letterie. In dit leesboek wordt aandacht besteed aan het bekende bombardement op Rotterdam en het ‘vergeten bombardement’ van Middelburg op 17 mei 1940. Uit reacties van scholen blijkt dat bovenbouwleerlingen dit een spannend voorleesboek vinden!
Het verhaal speelt in de periode van 10 mei t/m 17 mei 1940. De twaalfjarige Fien maakt in Rotterdam het begin van de oorlog mee en vindt dit eerst wel spannend, haar ouders zijn ook al behoorlijk naïef.
Na de landing van watervliegtuigen in de Maas en de komst van de parachutisten besluit haar joodse vriend David naar Zeeland te vluchten om via de haven van Vlissingen naar Engeland te ontkomen. Op 12 mei vinden de bombardementen op Rotterdam plaats. Fien maakt in korte tijd veel mee, verliest haar vader en vlucht, voor een groot deel lopend, met haar broertje Rob en haar moeder, naar Middelburg. Wel een gevaarlijke onderneming want Zeeland had zich nog niet overgegeven aan de Duitsers, er werd nog volop gevochten. Omdat haar moeder in een shocktoestand verkeert moet Fien de leiding nemen van een bizarre reis. Via Vrouwenpolder en Serooskerke komen ze dan op 17 mei in de omgeving van Middelburg aan (Sint Laurens). Tegen het advies in van alle mensen die de stad verlaten gaan ze toch naar de Lange Delft om de tante Nel te vinden, zij is echter de stad ontvlucht. Ze komen David daar tegen, maken het bombardement van Middelburg mee tussen de weckpotten in de kelder van de winkel van tante Nel, overleven alles en via de Markt en de Pottenmarkt ontvluchten ze de stad en vinden de tante tenslotte in een opvang-schoolgebouw in Koudekerke. Fien brengt David naar Vlissingen waar hij zijn vluchtpoging voortzet.
Ondanks de dramatische gegevens worden de gebeurtenissen bescheiden en op kinderlijk niveau verteld en is dit boek vanwege de informatieve waarde en de interessante details bij alle projecten over de Tweede Wereldoorlog te gebruiken. In een uitgebreid nawoord verantwoordt Martine Letterie haar keuzes binnen dit verhaal en deze toelichting is voor leerkrachten en leerlingen en andere lezers heel plezierig om te lezen.
Het is bv. interessant te weten op welke manier de burgemeester van Middelburg (J .van Walré de Bordes) de inwoners had gewaarschuwd, via een bekendmaking op 14 mei in de Provinciale Zeeuwsche Middelburgse Courant:
‘Teneinde op alle gebeurtenissen voorbereid te zijn, geef ik in overweging dat Middelburg door vrouwen en kinderen vrijwillig ontruimd wordt. Alle personen in openbare diensten zijn verplicht om te blijven.
Men neme onder andere voedsel, een flesch water en dekens mee, de distributiekaarten en indien mogelijk andere identiteitsbewijzen. Personen uit Middelburg wordt verzocht zich te begeven naar de volgende dorpen: Sint Laurens, Serooskerke, Vrouwenpolder (het dorp), Oranjezon, Oostkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke’

Door deze oproep zijn er maar zo’n twintig mensen omgekomen bij dit bombardement en bij Rotterdam meer dan achthonderd.
Kortom, Bommen op ons huis kan een belangrijke rol spelen in de herinnering aan een vergeten bombardement. Leerlingen die nu door Middelburg lopen kunnen brokstukken vinden van o.a. de oude Provinciale Bibliotheek die door heel de stad te vinden zijn en zullen ook hierdoor het achterliggende verhaal beter begrijpen.

woensdag 12 mei 2010

De Boomhut: beste prentenboek van 2010 wereldwijd

Ieder jaar worden er tijdens de Internationale Kinderboekenbeurs in Bologna prijzen uitgereikt voor de mooiste boeken, deze keer werd het bijzondere prentenboek De boomhut (Marije Tolman & Ronald Tolman) verkozen tot het mooiste boek in de categorie fictie en ontving de Bologna Ragazzi Aword 2010.
De boomhut (Lemniscaat, 2009) is een prachtig prentenboek zonder tekst. Wat zien we? De omslagillustratie maakt al nieuwsgierig, wat zou die ijsbeer op de rug van een walvis gaan beleven? Vervolgens zien we op elke rechterpagina een boom-ets in frisse pasteltinten met daarin een boomhut. Op de linkerpagina zien we de aankomst van de ijsbeer, daarna arriveert er via het water een bruine beer en samen betrekken ze de boomhut. Als het water is gezakt komen er over land of door de lucht meer dieren aan: roze kraanvogels, een neushoorn, twee panda’s, een nijlpaard, een pauw, uilen, vogeltjes: allemaal willen ze de boomhut in en als die overvol raakt vertrekken de dieren weer en blijven de twee beren knus en tevreden achter in een boomhut in de sneeuw en kijken ze ’s nachts innig tevreden naar de volle maan.
Zo mooi getekend, een voorbeeld van pure beeldpoëzie.
Een kunstenaarsboek van vader en dochter. Ronald Tolman (beeldhouwer, schilder, graficus) maakte de ets van een boom die op elke bladzijde door kleurveranderingen een andere stemming (of maand van het jaar of levensfase) lijkt te suggereren. Marije Tolman (één van de beste Nederlandse illustratrices) tekende de dieren met hun avonturen. Samen maakten ze een prachtig, verstild, kleurrijk prentenboek voor kinderen vanaf een jaar of drie. Zo’n boek waarvan je de prenten zo zou willen inlijsten!
Enkele reacties uit de pers: wonderbaarlijk kleurgebruik, ode aan de schoonheid van de natuur, geweldig hoe zonder woorden een wereld van verwachting en verwondering vormgegeven wordt, het verhaal is minimaal, de schoonheid maximaal. De boomhut vormt een middelpunt of houvast in het leven, de gelaagdheid in het boek is bijzonder.
De Boomhut kan voor veel kinderen een inspiratiebron zijn: ze kunnen hun eigen verhaal bij de prenten schrijven, tekenen, schilderen of op andere manieren creatief aan de slag gaan.
Ik wil iedereen dit prentenboek aanbevelen, een cadeau-idee voor jezelf, voor alle kinderen in je omgeving, neefjes en nichtjes. Lenen bij de bieb kan ook!


De jury van de Bologna Ragazzi Award oordeelde o.a. als volgt: De boomhut is a wise, clear, even poetic, example of how an established topos of the collective imagination may be revisited with a fresh eye to reveal a continued relevance to modern times. Marije and Ronald Tolman return to the ‘house in the trees’. Their house, however, is rich with subtle cultural references ranging from symbolist painting to the most refined 20th century graphic art...


...was elke dag maar een boomhut-dag...




zie ook: http://www.marijetolman.nl/

Mei 1940: Angstige dagen, opstel van een meisje van acht jaar, mijn moeder

Deze week is er veel aandacht voor het vergeten bombardement op Middelburg, 17 mei 1940. Mijn moeder (Leuntje Dingemanse) maakte dit mee als meisje van acht jaar en later heeft zij over de periode 1940-1944 enkele opstellen geschreven. Mijn grootouders woonden op de boerderij "Driewegen" aan de Schroeweg te Middelburg. Deze boerderij is door de Duitsers in 1944 verwoest. Er zijn vrijwel geen bezittingen bewaard gebleven, dit eerste opstel van mijn moeder is mij zeer dierbaar en uit respect voor haar wil ik dit verhaal bekend maken. Mijn moeder woont in Veere in Nieuw-Sandenburgh, zij is alles vergeten dus ook de oorlog.


Angstige dagen.
Het was een spannende tijd, die eerste maanden van 1940. Tot plotseling, nog onverwacht, de oorlog uitbrak. Twee meisjes hadden rustig geslapen; tot hun moeder kwam en vroeger dan anders, hun wakker maakte. Er was een angstige trek op haar gezicht. En toen Fransien vroeg: “Is ’t nu al tijd moe?”, zei ze: “Vannacht is de oorlog uitgebroken en er zijn aldoor Duitse vliegtuigen in de lucht. Luister maar!” En ja, werkelijk, toen hoorden zij het ook. In een wip waren ze het bed uit. Een dag vol spanning volgde, en nog één, en nog één. Toen, op een middag kwam er een auto het hof op. Vier Franse officieren zaten er in. Ze moesten de schuur, het huis en de boomgaard zien. ’t Scheen te bevallen. Ze begonnen Frans te praten, maar zij konden ze niet begrijpen. Tenslotte, met veel gebaren begrepen ze wat de Fransen bedoelden. Het kwam hierop neer: Ze kregen inkwartiering. ’s Avonds al, om negen uur kwamen ze aan. Een tweehonderd soldaten, vijftig paarden en acht kanonnen, die rondom het huis in de boomgaard opgesteld werden. Na enige uren was alles gereed. Maar hoe mooi verdekt alles ook was, reeds ’s nachts cirkelden Duitse jagers boven de boerderij. Wat was dat een angstige nacht. De volgende morgen ging Dingemanse, de boer, naar een broer te Hoogelande om te vragen of ze daar mochten komen omdat het op zijn eigen hof niet meer om uit te houden was. Het kon direct, maar bedden en dekens moest hij meebrengen. Toen Dingemanse thuis kwam, was zijn vrouw al aan het inpakken: het voornaamste eten en de beste kleren. De oudsten van de meisjes hielpen uit alle macht mee. Fransien hielp inpakken en Leuntje, acht jaar oud, zorgde voor de drie kleintjes. Jaantje 4 jaar, Bep 3 jaar en Wim pas 1 jaar. Het was 10 uur. Bles, het oude paard, stond voor de wagen. De wagen was geladen. De kleintjes zaten stevig ingepakt tussen de groten op de bedden en de dekens. Dingemanse zat voorop. Het kon wel voor de laatste keer zijn dat ze hun hof zagen. Hun hof, waar ze zo aan gehecht waren
De anders zo vrolijke tocht was nu treurig. En de Duitse jagers vlogen boven hun hoofden. Nu en dan werden ze beschoten. De oom en tante waar ze kwamen waren goede mensen. Ze hadden al het een en ander geregeld en hielpen de vluchtelingen zo veel mogelijk. Toen de wagen gelost was, ging Dingemanse weer terug naar ’t hof om voor het vee te zorgen. Hij bouwde een schuilkelder en sliep daar ’s nachts in. Ook op de dag, als de jagers rondcirkelden en de bommenwerpers over vlogen, vertoefde hij daar.
Tot op een bewuste donderdag de kanonnen vertrokken met paarden, wagens en soldaten. Het was eigenlijk een vlucht, zoals ze daar renden langs de weg. Hun doel was een dijk, waar ze zich weer opstelden. Maar Dingemanse vertrouwde het niet en bleef ook die nacht in de schuilkelder. Vrijdagmiddag ging het gerucht rond: “De Duitsers staan voor de Sloedam". Dingemanse kon het niet geloven. In vijf dagen. In 5 dagen heel Nederland ingenomen. Het was haast niet te geloven en toch was het zo. Er waren weer jagers in de lucht, meer dan gewoonlijk. Ze beschoten de Sloedam en de Nieuwlandseweg. Al meer en meer kwamen er en ze gooiden ook bommen. Dingemanse had staan kijken tegen de schuur. Plotseling kwamen er bommenwerpers. Hij dook ineen tegen de schuur. Daar vielen de bommen in de wei. Het paard, de koeien: waar waren zij nu? Verdwenen, verdwenen. O, het was vreselijk. Daar stond hij: radeloos. Toen dat tot hem door drong, vloog hij de schuur in, pakte zijn fiets en reed weg. Waarheen? Naar het paard? Naar de koeien? Nee, naar Hoogelande, naar zijn vrouw en zijn kinderen. Hij kwam bij de brug. Die was opengedraaid. De brugwachter, met een helm op zijn hoofd, probeerde in een bootje van de brug te komen. Een vrouw, die dit zag, begon te huilen. Enige soldaten liepen zenuwachtig heen en weer .Opeens nam een soldaat zijn geweer en schoot in de lucht. De brugwachter hoorde het, keek verschrikt op en roeide terug naar de brug. Toch weifelde hij nog even . De soldaat, die dat zag, richtte zijn geweer. Toen stapte hij de brug op en draaide die weer dicht. Dat gaf een verlichting. Dingemanse stapte op de fiets, en reed in één keer door naar Hogelande. Zijn vrouw en kinderen zaten in angst en spanning te wachten. Het warme eten, dat anders zo heerlijk smaakte, konden ze niet door hun keel krijgen. Ook oom Kees en tante aten niet rustig. Hun enige zoon, ook Kees, was soldaat en ook de verloofde van Neel, dus daarom zaten ook zij in spanning. Het werd later en de bommenwerpers vlogen af en aan. Ze losten hun bommen op Middelburg. De Duitsers bij de Sloedam beschoten Middelburg. Het was één vlammenzee. Om half zes stond de Lange Jan, de toren van Middelburg, in brand. Een vliegtuig werd aangeschoten en twee parachutisten sprongen eruit; er werd nog op geschoten. Dat was alles. ’s Avonds wapperde de witte vlag op de toren van Grijpskerke en Koudekerke. Ze konden het niet geloven maar het was zo.
’s Zaterdags ging Dingemanse weer terug naar huis. Hij keek eerst even op het hof. Daar ontmoette hij zijn schoonvader die daar gebleven was. Grootvader had voor de melkkoeien gezorgd. Aan de gebouwen was niets te zien: wonder boven wonder waren de muren niet gescheurd. Wat was Dingemanse daar blij om. Toen naar de wei. Het paard kwam hinnikend naar zijn baas, dus dat leefde nog. Maar met de kalfvaars was het anders gesteld. Die lag helemaal achter in de wei. Was die soms dood? En het kalf was helemaal niet te zien. Met een kloppend hart ging Dingemanse verder de wei in. Daar lag het kalf dood. Vier bommen waren er rondom gevallen. De kalfvaars richtte zijn kop op. Die leefde dus nog. Dingemanse ging verder. Hij kwam bij de kalfvaars. Het dier zag er ziek uit maar ’t viel mee. Hij sneed een beetje gras en de kalfvaars at het op. Het beest scheen honger te hebben.. Wat was het daar toch verlaten zonder vrouw en kinderen. Zo stil was het nog nooit geweest. Dingemanse ging naar huis. Het was zondag. Het was echt meiweer. Het zonnetje scheen warm en het was stil, beklemmend stil. De stad zag er vreemd uit. De Lange Jan was nu een stomp torentje. Het stadhuis was verwoest. hele straten waren nu rokende puinhoppen geworden. Hoe mooi was de oude stad geweest. één week geleden nog. Dingemanse spande Bles voor de wagen en reed naar Hoogelande. Alles werd weer op de wagen geladen. De kleintjes waren van streek, ze huilden en waren om iedere kleinigheid boos. Maar nu ging het weer op huis aan. Dat troostte een beetje.



Thuisgekomen had niemand zin om ook maar iets te doen. Ze spanden Bles voor de wagen en gingen overal kijken naar de kippen, die, nu het hok kapot was, over het hele hof rondliepen. Het was wel een mooi gezicht, kippen, ganzen, eenden en parelhoenders, overal liep wat. Alles ging toen weer zijn gewone gang, maar na enige dagen werd Vlissingen beschoten vanaf Breskens en ook Souburg en Abeele kregen de volle laag.

Honderden, ja duizenden mensen vluchtten toen en zochten onderdak. Overal zaten de schuren vol en ook de huizen werden drukker dan ooit bewoond. De schuren van Kees Wisse, Jan Wisse, Klaas Geschiere, Tange, Willem Wisse, Gideonse, Jan de Visser, Overbeeke, Wattel, Louwerse, Gebroeders de Visser en ook de schuur van Dingemanse, werden bewoond. De slaapkamer van Dingemanse werd bewoond door drie gezinnen. De meesten gingen na enige weken weer terug maar drie gezinnen bleven namelijk Van Soelen (5 personen), Bos (4 personen) en Watsing (2 personen).
Alles kwam weer op regel, ook de school begon weer. Fransien en Leuntje gingen iedere morgen half negen op de fiets naar school. De school begon om negen uur dus dat kon net.


Ook mijn grootvader heeft zijn herinneringen aan o.a. de oorlogstijd opgeschreven. Zijn verhalen zijn gebundeld in het boek "Roos en Doorn" (J.J. Dingemanse, 1e druk 1979) en is te raadplegen in de Zeeuwse Bibliotheek.

maandag 10 mei 2010

Cambridge - Middelburg: a tale between two cities

Hoe vertel je met weinig woorden over een verblijf in Cambridge en hoe de terugreis was? Je ziet verkeersborden en teksten op vervoermiddelen en dan schrijf je eens wat op, zomaar voor het plezier van het woordenspel, het schrijven en associëren. Dus gewoon voor de fun!
Cambridge, the river Cam, Clare Bridge
The origin of universities
Open day College Fitzwilliam,
Choir, evening song, Magnificat
Kettle’s yard, Botanic Garden
Trinity, manuscripts of Winnie-the-Pooh and the House at Pooh Corner
Wren Library, letterpress-printing
Punting, pubs, a lot of pints.

Check out. Keep left! Park and Ride, M20, Caution works!
Highway maintenance roadworks. Delays. Horses
No hard shoulder for 14 miles,
No change fiven
We’re as green as walking to the supermarket
Koolzaadvelden, land of tea and honey
www.sugerdaddy.com
Long vehicle. European freight network

Sevenoaks, Dartford
Toll crossing, toll tunnel
Await rescue, free recovery
In appliance home delivery
Chilled and frozen distribution

The leaflet company. Shred Easy
I lay down my life for my sheep
Caring for the environment
Are you getting enough?

Tilbury, Thurrock Lakeside
Maidstone, Canterbury, Shepherdswell
White cliffs country
Bye Darwin, bye Dover

Dunes de Flandre, les polders, la Panne
Heineken, Guinness, Carlsberg
Lombardsijde, Mannekensvere
Torhout, Jabbeke
Brugge Unesco Werelderfgoed
Your next best move

Zadelgem, Loppem, Roeselare
Borowski. Beernem heet u welkom.
Diederik coach of the year
Maenhout, Leie, Loguran

Nevele
Bij mist 3 tekens.
Merelbeke, Melle, Zelzate
Ongeval bij Lokeren
www.woutersbalen.com
Scheldeland, Lochristi, Oostakker

Van Rijn sinds 1855
Radio: ‘mama waarom gaan die andere bootjes wel vooruit
en draaien wij alleen maar rondjes?’
Omdat mama aan het eten is:
de chickenwrap van McDonalds!

File, Wachtebeke
JFK Hotel, Mammoet
Zelzatebrug staat open evenals de brug bij Sluiskil

Welkom in Zeeland
Middelburg (TOL)
Westerscheldetunnel, rampenoefening
ontsteek uw lichten! Arneville

Giro d’Italia
Finish 10 mei in Middelburg
Poeh!


De dag voor deze korte vakantie zag ik in Veere een flink beschadigde boom waar iemand die ik ken van vroeger letterlijk en figuurlijk tot stilstand is gekomen. Met wat splinters in mijn ziel blijf ik toch een beetje bang met dat links rijden. Een shoulder (vluchtstrook) wens ik ieder toe!