Debuteren bij uitgeverij Lemniscaat is een droom van veel schrijvers van kinderboeken, het overkwam de uit Valkenisse afkomstige Leuntje Aarnoutse (1967) met haar verhaal over Wiek. Haar jeugdboek Wiek! werd 14 mei feestelijk gepresenteerd in de Drvkkery in Middelburg.
Leuntje Aarnoutse, van beroep tekstschrijfster en journaliste, daarvoor ‘bibliotheekjuf’ en kokkin, woont in de Franse Pyreneeën maar heeft toch een oer-Hollands boek geschreven.
Wiek woont samen met zijn moeder Maan (Manuela) en heeft al zijn hele leven zonder vader moeten doen. Dat maakt hem niet uit. Hij heeft een droomvader bedacht die net als Robinson Crusoe op een onbewoond eiland is gestrand. Deze vader wil wel bij zijn zoon op bezoek maar dat is gewoon nog niet gelukt, fantaseert Wiek. Totdat er op een dag zomaar ene Frenk voor de deur staat. Wiek schrikt als hij hem ziet staan. Nooit zomaar de deur open doen, zegt Maan altijd. Eerst vragen wie er is. Maar de man bij de voordeur schrikt nog veel meer van hem, lijkt het. Al snel in het verhaal wordt duidelijk dat hij Wiek’s vader blijkt te zijn. Maar is dit nou leuk, of juist niet? Frenk’s komst gooit Wiek’s wereld (en die van zijn moeder) flink in de war, zeker als blijkt dat hij nooit lang op een plek blijft.
Wiek is een heel gewone jongen die niet naar de opvang wil. Na schooltijd gaat hij veel liever met zijn vriendinnetje Sonia mee, zij heeft thuis een Afrikaanse trommel! Wiek hoopt dat zijn vader wil blijven maar vraagt zich ook af of Maan dan nog wel tijd voor hem heeft. En hij wil natuurlijk weten of hij op zijn vader lijkt of niet. Je lijkt vooral op jezelf, zegt Oege, een vriend en buurman die zo’n beetje zijn tweede vader is. Toch: het gevoel voor ritme en het plezier in het drummen komen wel ergens vandaan… Wanneer Frenk ineens is vertrokken denkt Wiek dat het zijn schuld is, dat zijn vader niet bij hem wil zijn. Hij mist zijn vader en maakt elke dag een tekening van hem: Frenk met zijn puntschoenen, met zijn basgitaar en versterker, met zijn ringetje in zijn oor, met zijn glas bier in zijn hand. Ook zijn moeder mist Frenk elke dag. ‘Maar Frenk is een soort vogeltje. Hij moet vliegen. Als je hem in een kooi doet, wordt hij ziek’. Met andere woorden: ‘Als je veel van iemand houdt, lijkt het net of je met elastiekjes aan elkaar vastzit. De meeste mensen vinden dat wel een lekker gevoel. Maar Frenk niet… Ik denk dat Frenk te veel elastiekjes begon te voelen’.
Wiek maakt samen met Sonia een plan om zijn vader op te sporen, krijgt op zijn verjaardag een supercadeau en vindt min of meer zijn eigen ritme met het swingende Knerf-lied. Dat zijn de letters van Frenks naam. Maar dan omgekeerd. Zijn liedje moet knerf-achtig klinken. Hard en scherp, met veel echo’s. Zo vader, zo zoon!
Het einde van het verhaal is origineel en leuk. Wiek! is een verhaal dat vanaf de eerste bladzijde boeit. Het is met vaart, ritme en humor geschreven. Het taalgebruik is helder en origineel, de bijnamen voor Wiek die de moeder van Sonia elke dag verzint zijn grappig. Zoeken naar je identiteit wanneer een moeder soms van mening is dat je je vader maar moet vergeten is voor kinderen een bijna onmogelijke opgave. Jij hebt Frenk toch zelf gekozen als mijn vader? En daarna heb je hem weggestuurd! Daar kan ik toch niks aan doen? Het onderliggende thema in Wiek! is gebaseerd op het lied ‘Daar was een sneeuwwit vogeltje…’ (ca. 1500) waarin een vogeltje de boodschapper is tussen twee geliefden die heel ver van elkaar wonen. Leuntje Aarnoutse heeft deze thema’s op een eerlijke, gevoelige en humoristische manier via Wiek! aan kinderen verteld. Dat zij goed kan schrijven is meteen duidelijk.
Wiek! is geschreven voor kinderen vanaf 8 jaar (zo’n beetje), maar ook leuk om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 6.
De grappige illustraties zijn gemaakt door Doesjka Bramlage die voor Lemniscaat al eerder Een heel bijzondere hond en Moffel en Piertje illustreerde.
Laten we hopen dat de Pyreneeën een inspirerende omgeving blijven voor Leuntje Aarnoutse. Wij zeggen hier ‘Geen dierder plek voor ons op aard…’, als Leuntje daar in de bergen jeugdboeken blijft schrijven is dat ons Zeeuwen heel veel waard.
Leuntje Aarnoutse, van beroep tekstschrijfster en journaliste, daarvoor ‘bibliotheekjuf’ en kokkin, woont in de Franse Pyreneeën maar heeft toch een oer-Hollands boek geschreven.
Wiek woont samen met zijn moeder Maan (Manuela) en heeft al zijn hele leven zonder vader moeten doen. Dat maakt hem niet uit. Hij heeft een droomvader bedacht die net als Robinson Crusoe op een onbewoond eiland is gestrand. Deze vader wil wel bij zijn zoon op bezoek maar dat is gewoon nog niet gelukt, fantaseert Wiek. Totdat er op een dag zomaar ene Frenk voor de deur staat. Wiek schrikt als hij hem ziet staan. Nooit zomaar de deur open doen, zegt Maan altijd. Eerst vragen wie er is. Maar de man bij de voordeur schrikt nog veel meer van hem, lijkt het. Al snel in het verhaal wordt duidelijk dat hij Wiek’s vader blijkt te zijn. Maar is dit nou leuk, of juist niet? Frenk’s komst gooit Wiek’s wereld (en die van zijn moeder) flink in de war, zeker als blijkt dat hij nooit lang op een plek blijft.
Wiek is een heel gewone jongen die niet naar de opvang wil. Na schooltijd gaat hij veel liever met zijn vriendinnetje Sonia mee, zij heeft thuis een Afrikaanse trommel! Wiek hoopt dat zijn vader wil blijven maar vraagt zich ook af of Maan dan nog wel tijd voor hem heeft. En hij wil natuurlijk weten of hij op zijn vader lijkt of niet. Je lijkt vooral op jezelf, zegt Oege, een vriend en buurman die zo’n beetje zijn tweede vader is. Toch: het gevoel voor ritme en het plezier in het drummen komen wel ergens vandaan… Wanneer Frenk ineens is vertrokken denkt Wiek dat het zijn schuld is, dat zijn vader niet bij hem wil zijn. Hij mist zijn vader en maakt elke dag een tekening van hem: Frenk met zijn puntschoenen, met zijn basgitaar en versterker, met zijn ringetje in zijn oor, met zijn glas bier in zijn hand. Ook zijn moeder mist Frenk elke dag. ‘Maar Frenk is een soort vogeltje. Hij moet vliegen. Als je hem in een kooi doet, wordt hij ziek’. Met andere woorden: ‘Als je veel van iemand houdt, lijkt het net of je met elastiekjes aan elkaar vastzit. De meeste mensen vinden dat wel een lekker gevoel. Maar Frenk niet… Ik denk dat Frenk te veel elastiekjes begon te voelen’.
Wiek maakt samen met Sonia een plan om zijn vader op te sporen, krijgt op zijn verjaardag een supercadeau en vindt min of meer zijn eigen ritme met het swingende Knerf-lied. Dat zijn de letters van Frenks naam. Maar dan omgekeerd. Zijn liedje moet knerf-achtig klinken. Hard en scherp, met veel echo’s. Zo vader, zo zoon!
Het einde van het verhaal is origineel en leuk. Wiek! is een verhaal dat vanaf de eerste bladzijde boeit. Het is met vaart, ritme en humor geschreven. Het taalgebruik is helder en origineel, de bijnamen voor Wiek die de moeder van Sonia elke dag verzint zijn grappig. Zoeken naar je identiteit wanneer een moeder soms van mening is dat je je vader maar moet vergeten is voor kinderen een bijna onmogelijke opgave. Jij hebt Frenk toch zelf gekozen als mijn vader? En daarna heb je hem weggestuurd! Daar kan ik toch niks aan doen? Het onderliggende thema in Wiek! is gebaseerd op het lied ‘Daar was een sneeuwwit vogeltje…’ (ca. 1500) waarin een vogeltje de boodschapper is tussen twee geliefden die heel ver van elkaar wonen. Leuntje Aarnoutse heeft deze thema’s op een eerlijke, gevoelige en humoristische manier via Wiek! aan kinderen verteld. Dat zij goed kan schrijven is meteen duidelijk.
Wiek! is geschreven voor kinderen vanaf 8 jaar (zo’n beetje), maar ook leuk om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 6.
De grappige illustraties zijn gemaakt door Doesjka Bramlage die voor Lemniscaat al eerder Een heel bijzondere hond en Moffel en Piertje illustreerde.
Laten we hopen dat de Pyreneeën een inspirerende omgeving blijven voor Leuntje Aarnoutse. Wij zeggen hier ‘Geen dierder plek voor ons op aard…’, als Leuntje daar in de bergen jeugdboeken blijft schrijven is dat ons Zeeuwen heel veel waard.
Hoewel een ouwe vent, heb ik het boek in één ruk uitgelezen.
BeantwoordenVerwijderenLeuntje schrijft zoals ze denkt en praat; ronduit!
Ik hoop nog veel van haar te mogen lezen!
De plot voor haar volgende boek klinkt veelbelovend. Houd haar in de gaten.
@Henri: Ook ik hoop dat ze blijft schrijven want alleen al de presentatie in de Drvkkery was zo bijzonder!
BeantwoordenVerwijderenMijn jongste dochter is 11 en vindt "Wiek" waarschijnlijk te kinderachtig voor haar leeftijd (afgaand op de boekcover), maar had dit boek dolgraag voorgelezen aan een van mijn kinderen vooral vanwege het thema. Zie dat het bij bibliotheken Eemland in bestelling is en kan het dus ook adviseren aan ouders, leerkrachten die mijn advies vragen om een interessant boek om voor te lezen.
BeantwoordenVerwijderenAnneke