'De dichter is thuis, U [...] kunt hem daar bezoeken, langs de touwladder van zijn woorden', zei Vasalis aan het slot van haar toespraak bij de ontvangst van de P.C. Hooftprijs in december 1983, daarmee te kennen gevend dat zij uitsluitend via haar gedichten gekend wilde worden. Vasalis schuwde de publiciteit, gaf nooit interviews, wantrouwde de media en waakte over de bescherming van haar foto’s en haar privéleven en dat van haar talrijke vrienden en patiënten. Maaike Meijer beklom gelukkig een andere touwladder, kreeg toegang tot het familiearchief en heeft deze unieke dichteres met meer dan 1000 treedjes omhoog, een ereplaats gegeven in de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Dinsdag 22 februari vertelde Maaike Meijer over haar biografie van Vasalis (1909-1998). Een absolute primeur voor de Stichting Literaire Activiteiten Zeeland (SLAZ), officiële presentaties van de biografie vinden plaats op 27 februari in Maastricht en op 28 februari in de Rode Hoed te Amsterdam.
Over deze SLAZ-avond valt veel te vertellen, met een kort verslag doe ik Maaike Meijer tekort, de biografie bevat meer dan 1000 bladzijden. Eerst een introductie van deze monumentale biografie, vervolgens een verslagje van hetgeen Maaike Meijer (hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht) ons vertelde.
In ‘M. Vasalis. Een biografie’ beschrijft Meijer een uniek vrouwenleven in de twintigste eeuw, het leven van één van de best gelezen dichters van ons land. Margaretha Drooglever Fortuin-Leenmans groeide op in Den Haag, volgde een medicijnenstudie in Leiden, was (kinder-)psychiater, had een gezin. Ze onderhield vele intense vriendschappen en correspondeerde met kunstenaars, uitgevers, schrijvers en dichters. In 1940 verscheen haar eerste dichtbundel Parken en woestijnen, in 1947 gevolgd door De vogel Phoenix, opgedragen aan haar jong gestorven zoon Dicky. Weer zeven jaar later, in 1954, verscheen Vergezichten en gezichten. Daarna publiceerde Vasalis nog enkele gedichten in het tijdschrift Tirade maar een nieuwe dichtbundel bleef uit. Zij ontving in 1974 de Constantijn Huygensprijs en in 1982 de P.C. Hooftprijs, beide voor haar gehele oeuvre. De voltooiing van een vierde bundel droeg zij op aan haar kinderen. Deze verscheen postuum in 2002 onder de door haarzelf gekozen titel De oude kustlijn. In de editie Verzamelde gedichten,(2006) is het oeuvre van Vasalis voor het eerst bijeengebracht.
Hoewel het dichterschap voor duizenden liefhebbers een begrip werd, worstelde Vasalis met het zoeken naar een balans tussen haar intense en drukke bestaan en de tijd en ruimte die nodig was om te kunnen schrijven. In de tweede helft van haar leven publiceerde ze vrijwel niets meer.
Maaike Meijer geeft met een grote rijkdom aan niet gepubliceerde fragmenten uit brieven, dagboeken, beschouwingen en gedichten, grotendeels ontleend aan Vasalis’ nalatenschap, gestalte aan de sprankelende persoon die Margaretha was. Zij slaagt erin de bronnen van Vasalis’ poëzie en latere zwijgzaamheid bloot te leggen, aldus de tekst op de omslag van de biografie.
SLAZ-avond in Middelburg, dinsdag 22 februari 2011. Gedurende anderhalf uur vertelt Maaike Meijer over de totstandkoming van de biografie. Een impressie:
In een van de eerste recensies, in Trouw, constateert Jaap Goedegebuure dat Maaike Meijer betrokken maar ook met de nodige afstand te werk is gegaan. ' In de biografie is veel aandacht geschonken aan het creatieve proces van de dichteres. Maaike Meijer, die al een kwart eeuw geleden aandacht vroeg voor de mystieke kant van Vasalis' werk, is beslist de ideale biografe'. Was Vasalis echter ‘een fenomeen’, zoals Kees Fens haar in 2002 portretteerde? (zie p. 827-828):
“De bron der wijsheid heeft ooit bestaan. Daar zat ik bij. Ik gebruik ‘wijsheid’ met opzet. Dit was het allermooiste aan haar conversatie: zij sprak voortdurend, haast argeloos, bijna aforistisch geformuleerde wijsheden uit. Fraaier en indrukwekkender heb ik ze zelden gehoord. Alle verhalen die ik had gelezen over de welsprekendheid van de gastvrouwen in de Franse salons, werden hier even, aan een Tilburgse tafel, werkelijkheid. Het was on-Nederlands, juist door de afwezigheid van elke nadrukkelijkheid.”
Het tot nu toe ‘aangenomen’ beeld van Vasalis wordt in de biografie genuanceerd. Zij was niet de kluizenares, de o, zo serieuze vrouw, de halve heilige. Het beeld van de bron der wijsheid houdt wel stand. Ze had een rijk, mooi, interessant, vol leven. Ze was een waanzinnig leuke vrouw, ontzettend humoristisch. Vooral voor haar 45ste jaar was de Haagse humor volop aanwezig, een humor die zij deelde met Reve, hij riep die gekke humor zelfs in haar op. Later in haar leven krijgt zij last van melancholie en wordt de manier waarop ze daar mee omgaat interessant.
Maaike Meijer besteedt relatief weinig aandacht aan de voorouders of de stamboom van Vasalis. Familieverhalen worden pas relevant wanneer Vasalis er zelf over schrijft, ze reikt ons het levensverhaal van haar ouders zelf aan. Wanneer ze vijfenzeventig is begint ze plechtig een nieuw schrift onder de titel ‘Aantekeningen vader en moeder en jeugd + journaal interrompu’, uit heimwee naar vroeger verdiept zij zich in de brieven en foto’s van haar ouders en brengt haar liefde voor haar ouders en de nostalgie naar die tijd onder woorden. De tijd van de leuke familieverhalen met schelmenstreken want met een karaktervolle vader en leuke moeder viel veel te beleven. Deze ouders schoven de religieuze erfenis van zich af, haar moeder hielp Frederik van Eeden zelfs bij de oprichting van Walden. Haar vader leed echter aan perfectionisme, wist het altijd beter, maar maakte, gehinderd door een writer's block, publicaties toch niet af. Het latere zwijgen van Vasalis zou hiermee te maken kunnen hebben. Het krijgen van de P.C. Hooftprijs slaat haar volledig uit het lood, ze weet niet wat ze daar mee aan moet, was net zo prima bezig met proza. En eigenlijk zit ze in haar maag met haar eigen werk, wil alles opnieuw scheppen. Niet voor niets is de Phoenix haar muze: de fabelachtige vogel met schitterende gekleurde veren, die, na 50 jaar geleefd te hebben, zich liet verbranden op een, door de zon ontstoken, brandstapel van welriekend hout, maar uit de as verjongd herrees.
Toen ze jong was, was de misthoorn haar muze. Gedichten komen voort uit desolate, treurige geluiden, het woordeloze gebied van ritme en muziek waar ook de kreet van de mosselventer toebehoort. De structuur van de droefheid zit in Vasalis, wellicht ook omdat haar moeder drie kinderen verloor en zijzelf, als "resuskind", het geluk had te mogen leven.
Maaike Meijer schets het schoolleven van Vasalis. In de schoolkrant schreef ze onder de initialen M.L., later, in 1936, koos ze als pseudoniem M. Vasalis. Een sekse-neutrale naam, geen onverstandige keuze bleek later, het werk van vrouwelijke dichters kreeg altijd minder aandacht. Een naam gekozen met een knipoog naar “de vazal”, onder dit pseudoniem publiceerde haar vader ook gedichten. Belangrijk in haar schrijversleven is vanaf het begin de onvoorwaardelijke steun geweest van Menno ter Braak.
Na de studie medicijnen en antropologie wilde Vasalis tropenarts worden maar haar eigen gezondheid liet dit niet toe. De fascinatie voor ‘de vreemdheid in ons zelf’ maakte dat zij zich verwant voelde met ‘de schreeuw’ van de geesteszieken, Santpoort werd haar werkterrein. Gedichten als 'De idioot in het bad' en 'De vierde wereld' getuigen van de wereld van de psychiatrie.
Vanwege haar reuma vertrok ze later naar Zuid-Afrika. In Parken en Woestijnen zien we de invloed van deze periode, bijvoorbeeld in het gedicht 'De trek'. Verhalen die zij daar hoort of meemaakt worden gedichten; terwijl proza over de gebeurtenis gaat, worden de gedichten de werkelijkheid of de gebeurtenis zelf. Belangrijk is ook de invloed van het weer. Grote bewondering oogstte zij met de novelle Onweer (lezen!), een studie van de mannelijke psyche. Deze novelle werd uitgegeven in de bundel Drie novellen als Boekenweekgeschenk en is nooit herdrukt.
Vasalis had een soort charisma, de gave om mensen te troosten en te helpen. Zij voelde zich echter tekort schieten na de zelfmoord van Menno ter Braak in mei 1940. Een briefwisseling met uitgever Geert van Oorschot getuigt van een levenslange vriendschap en werd in boekvorm uitgegeven: M. Vasalis Geert van Oorschot Briefwisseling 1951-1987
Dinsdag 22 februari vertelde Maaike Meijer over haar biografie van Vasalis (1909-1998). Een absolute primeur voor de Stichting Literaire Activiteiten Zeeland (SLAZ), officiële presentaties van de biografie vinden plaats op 27 februari in Maastricht en op 28 februari in de Rode Hoed te Amsterdam.
Over deze SLAZ-avond valt veel te vertellen, met een kort verslag doe ik Maaike Meijer tekort, de biografie bevat meer dan 1000 bladzijden. Eerst een introductie van deze monumentale biografie, vervolgens een verslagje van hetgeen Maaike Meijer (hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht) ons vertelde.
In ‘M. Vasalis. Een biografie’ beschrijft Meijer een uniek vrouwenleven in de twintigste eeuw, het leven van één van de best gelezen dichters van ons land. Margaretha Drooglever Fortuin-Leenmans groeide op in Den Haag, volgde een medicijnenstudie in Leiden, was (kinder-)psychiater, had een gezin. Ze onderhield vele intense vriendschappen en correspondeerde met kunstenaars, uitgevers, schrijvers en dichters. In 1940 verscheen haar eerste dichtbundel Parken en woestijnen, in 1947 gevolgd door De vogel Phoenix, opgedragen aan haar jong gestorven zoon Dicky. Weer zeven jaar later, in 1954, verscheen Vergezichten en gezichten. Daarna publiceerde Vasalis nog enkele gedichten in het tijdschrift Tirade maar een nieuwe dichtbundel bleef uit. Zij ontving in 1974 de Constantijn Huygensprijs en in 1982 de P.C. Hooftprijs, beide voor haar gehele oeuvre. De voltooiing van een vierde bundel droeg zij op aan haar kinderen. Deze verscheen postuum in 2002 onder de door haarzelf gekozen titel De oude kustlijn. In de editie Verzamelde gedichten,(2006) is het oeuvre van Vasalis voor het eerst bijeengebracht.
Hoewel het dichterschap voor duizenden liefhebbers een begrip werd, worstelde Vasalis met het zoeken naar een balans tussen haar intense en drukke bestaan en de tijd en ruimte die nodig was om te kunnen schrijven. In de tweede helft van haar leven publiceerde ze vrijwel niets meer.
Maaike Meijer geeft met een grote rijkdom aan niet gepubliceerde fragmenten uit brieven, dagboeken, beschouwingen en gedichten, grotendeels ontleend aan Vasalis’ nalatenschap, gestalte aan de sprankelende persoon die Margaretha was. Zij slaagt erin de bronnen van Vasalis’ poëzie en latere zwijgzaamheid bloot te leggen, aldus de tekst op de omslag van de biografie.
SLAZ-avond in Middelburg, dinsdag 22 februari 2011. Gedurende anderhalf uur vertelt Maaike Meijer over de totstandkoming van de biografie. Een impressie:
In een van de eerste recensies, in Trouw, constateert Jaap Goedegebuure dat Maaike Meijer betrokken maar ook met de nodige afstand te werk is gegaan. ' In de biografie is veel aandacht geschonken aan het creatieve proces van de dichteres. Maaike Meijer, die al een kwart eeuw geleden aandacht vroeg voor de mystieke kant van Vasalis' werk, is beslist de ideale biografe'. Was Vasalis echter ‘een fenomeen’, zoals Kees Fens haar in 2002 portretteerde? (zie p. 827-828):
“De bron der wijsheid heeft ooit bestaan. Daar zat ik bij. Ik gebruik ‘wijsheid’ met opzet. Dit was het allermooiste aan haar conversatie: zij sprak voortdurend, haast argeloos, bijna aforistisch geformuleerde wijsheden uit. Fraaier en indrukwekkender heb ik ze zelden gehoord. Alle verhalen die ik had gelezen over de welsprekendheid van de gastvrouwen in de Franse salons, werden hier even, aan een Tilburgse tafel, werkelijkheid. Het was on-Nederlands, juist door de afwezigheid van elke nadrukkelijkheid.”
Het tot nu toe ‘aangenomen’ beeld van Vasalis wordt in de biografie genuanceerd. Zij was niet de kluizenares, de o, zo serieuze vrouw, de halve heilige. Het beeld van de bron der wijsheid houdt wel stand. Ze had een rijk, mooi, interessant, vol leven. Ze was een waanzinnig leuke vrouw, ontzettend humoristisch. Vooral voor haar 45ste jaar was de Haagse humor volop aanwezig, een humor die zij deelde met Reve, hij riep die gekke humor zelfs in haar op. Later in haar leven krijgt zij last van melancholie en wordt de manier waarop ze daar mee omgaat interessant.
Maaike Meijer besteedt relatief weinig aandacht aan de voorouders of de stamboom van Vasalis. Familieverhalen worden pas relevant wanneer Vasalis er zelf over schrijft, ze reikt ons het levensverhaal van haar ouders zelf aan. Wanneer ze vijfenzeventig is begint ze plechtig een nieuw schrift onder de titel ‘Aantekeningen vader en moeder en jeugd + journaal interrompu’, uit heimwee naar vroeger verdiept zij zich in de brieven en foto’s van haar ouders en brengt haar liefde voor haar ouders en de nostalgie naar die tijd onder woorden. De tijd van de leuke familieverhalen met schelmenstreken want met een karaktervolle vader en leuke moeder viel veel te beleven. Deze ouders schoven de religieuze erfenis van zich af, haar moeder hielp Frederik van Eeden zelfs bij de oprichting van Walden. Haar vader leed echter aan perfectionisme, wist het altijd beter, maar maakte, gehinderd door een writer's block, publicaties toch niet af. Het latere zwijgen van Vasalis zou hiermee te maken kunnen hebben. Het krijgen van de P.C. Hooftprijs slaat haar volledig uit het lood, ze weet niet wat ze daar mee aan moet, was net zo prima bezig met proza. En eigenlijk zit ze in haar maag met haar eigen werk, wil alles opnieuw scheppen. Niet voor niets is de Phoenix haar muze: de fabelachtige vogel met schitterende gekleurde veren, die, na 50 jaar geleefd te hebben, zich liet verbranden op een, door de zon ontstoken, brandstapel van welriekend hout, maar uit de as verjongd herrees.
Toen ze jong was, was de misthoorn haar muze. Gedichten komen voort uit desolate, treurige geluiden, het woordeloze gebied van ritme en muziek waar ook de kreet van de mosselventer toebehoort. De structuur van de droefheid zit in Vasalis, wellicht ook omdat haar moeder drie kinderen verloor en zijzelf, als "resuskind", het geluk had te mogen leven.
Maaike Meijer schets het schoolleven van Vasalis. In de schoolkrant schreef ze onder de initialen M.L., later, in 1936, koos ze als pseudoniem M. Vasalis. Een sekse-neutrale naam, geen onverstandige keuze bleek later, het werk van vrouwelijke dichters kreeg altijd minder aandacht. Een naam gekozen met een knipoog naar “de vazal”, onder dit pseudoniem publiceerde haar vader ook gedichten. Belangrijk in haar schrijversleven is vanaf het begin de onvoorwaardelijke steun geweest van Menno ter Braak.
Na de studie medicijnen en antropologie wilde Vasalis tropenarts worden maar haar eigen gezondheid liet dit niet toe. De fascinatie voor ‘de vreemdheid in ons zelf’ maakte dat zij zich verwant voelde met ‘de schreeuw’ van de geesteszieken, Santpoort werd haar werkterrein. Gedichten als 'De idioot in het bad' en 'De vierde wereld' getuigen van de wereld van de psychiatrie.
Vanwege haar reuma vertrok ze later naar Zuid-Afrika. In Parken en Woestijnen zien we de invloed van deze periode, bijvoorbeeld in het gedicht 'De trek'. Verhalen die zij daar hoort of meemaakt worden gedichten; terwijl proza over de gebeurtenis gaat, worden de gedichten de werkelijkheid of de gebeurtenis zelf. Belangrijk is ook de invloed van het weer. Grote bewondering oogstte zij met de novelle Onweer (lezen!), een studie van de mannelijke psyche. Deze novelle werd uitgegeven in de bundel Drie novellen als Boekenweekgeschenk en is nooit herdrukt.
Vasalis had een soort charisma, de gave om mensen te troosten en te helpen. Zij voelde zich echter tekort schieten na de zelfmoord van Menno ter Braak in mei 1940. Een briefwisseling met uitgever Geert van Oorschot getuigt van een levenslange vriendschap en werd in boekvorm uitgegeven: M. Vasalis Geert van Oorschot Briefwisseling 1951-1987
1940, 1947, 1954. Honderd gedichten in een periode van 14 jaar. Daarna viel de creativiteit weg, het is en blijft de vraag voor een biograaf waarom dit zo is. Is het omdat ze eigenlijk dokter wilde worden en geen dichter? Is het omdat ze, net als haar vader, niet gedisciplineerd genoeg was? Kwam ze nooit over de dood heen van haar kind dat in 1943 overleed? Raakte ze in de oorlog alle illusies over hoe mensen zijn kwijt? Volgens Maaike Meijer kan het zo zijn dat Vasalis gewoon alles al had gezegd, ze was klaar. Maaike onderbouwt deze aanname door het gedicht 'Herfst' en 'Uittocht' uitvoerig te bespreken. Herfst zou kunnen duiden op het te boven komen van een diepe depressie, en soort verzoening met het leven. Een gedicht met schitterende paradoxen, volgens Maaike Meijer het mooiste van alle gedichten. Wat moet je hierna dan nog toevoegen? 'Uittocht' is een zeer raadselachtig en dubbelzinnig gedicht. Een uittocht van innerlijke figuren zoals koningen en slaven. Een soort feodale wereld vertrekt, de burcht wordt leeg, de vesting van het ik wordt leeg, het lichaam blijft intact. Wordt tot een bloem, te vergelijken met een tulp. De stamper blijft over, het vruchtbeginsel kan weer worden benut. Een visioen van vernieuwing tot creativiteit, met blote voeten op weg gaan en opnieuw beginnen. Wat hierna nog te schrijven?
Op hoge leeftijd schrijft Vasalis nog enkele gedichten. Sterven zal het verlaten van het nest zijn. Beelden van jong zijn en ouderdom. Zie de gedichten 'Ouderdom' en 'Ochtend' in De oude kustlijn. In de nu verschenen biografie zijn volgens Maaike Meijer ruim tien niet eerder gepubliceerde gedichten opgenomen.
Op hoge leeftijd schrijft Vasalis nog enkele gedichten. Sterven zal het verlaten van het nest zijn. Beelden van jong zijn en ouderdom. Zie de gedichten 'Ouderdom' en 'Ochtend' in De oude kustlijn. In de nu verschenen biografie zijn volgens Maaike Meijer ruim tien niet eerder gepubliceerde gedichten opgenomen.
Tot slot: er kan teruggekeken worden op een gedenkwaardige en geslaagde avond met een bijzondere spreekster en biografe. Dankzij de medewerking van de dichteres Chawwa Wijnberg en de kundige leiding, namens de SLAZ, van Jan van Gilst.
Omdat het beeld van 'op blote voeten opnieuw beginnen' mij aanspreekt: een touwladder met veel meer dan 1000 treedjes te willen beklimmen, nieuwe vergezichten, vogels, woestijnen en kustlijnen zien te vinden. Gaan, lopen!
Uit Vergezichten en gezichten, 1954, het gedicht 'Uittocht'
UITTOCHT
UITTOCHT
De koningen zijn koningen gebleven.
ik heb hun tronen weggenomen;
de slaven bleven slaven,
ik nam de ketens af.
Des avonds zijn zij weggetrokken.
Zo konden zij niet in mij wonen.
ik heb hun tronen weggenomen;
de slaven bleven slaven,
ik nam de ketens af.
Des avonds zijn zij weggetrokken.
Zo konden zij niet in mij wonen.
Wie schrijden kon schreed,
trots en bemind tot op het laatste ogenblik;
wie strompelen moest strompelde,
dieper bemind en tot het eind toe ondersteund.
het laatste verdween, gezogen door de sluis der poorten,
een draaikolk paarden, met een zwiep der staarten,
en toen het stof was neergezegen
en ook het laatste gruis geruis,
hoorde ik alleen mijn hart nog slaan,
als zocht het kloppende hen in te halen,
maar ’t hart kon ik niet laten gaan.
In ’t duister zag ik toen de poort verdwijnen,
de hoge wallen krulden terug als blaadren
En ‘k stond alleen zoals een stamper doet.
Kom! Lopende op blote voeten…
Tot slot: Vasalis verloor haar zoontje Dicky, hoe mooi kun je dan toch nog schrijven? uit: 'Vergezichten en gezichten', 1954, het gedicht 'Thuiskomst van de kinderen'
THUISKOMST VAN DE KINDEREN
Als grote bloemen komen zij uit ’t blauwe duister.
Onder de frisheid van de avondlucht
waarmee hun haren en hun wangen
licht zijn omhangen,
zijn zij zo warm. Gevangen
door ’t sterke klemmen van hun zachte armen,
zie ik de volle schaduwloze liefde,
die op de bodem van hun diep-doorzichtige ogen leeft.
Nog onvermengd met menselijk erbarmen,
dat later komt – en redenen en grenzen heeft.
Zie ook de informatie over Vasalis op http://www.schrijversinfo.nl/
Onder de frisheid van de avondlucht
waarmee hun haren en hun wangen
licht zijn omhangen,
zijn zij zo warm. Gevangen
door ’t sterke klemmen van hun zachte armen,
zie ik de volle schaduwloze liefde,
die op de bodem van hun diep-doorzichtige ogen leeft.
Nog onvermengd met menselijk erbarmen,
dat later komt – en redenen en grenzen heeft.
Zie ook de informatie over Vasalis op http://www.schrijversinfo.nl/
Mooie recensie! Mijn favoriete gedicht van Vasalis is: De idioot in het bad: http://watvanwaardenis.wordpress.com/2011/01/27/de-idioot-in-het-bad/
BeantwoordenVerwijderen@Wat Van Waarden Is: dank je wel! Zal binnenkort een favoriet gedicht kiezen en vertellen waarom. Wordt vervolgd dus!
BeantwoordenVerwijderen