zaterdag 12 februari 2011

Expositie Bob Pingen: ARCAdia

“Ben weer van mening veranderd, nou vind ik die andere toch mooier!”, zei het meisje van een jaar of tien dat vrijdagmiddag door de tentoonstellingsruimte in de Zeeuwse Bibliotheek huppelde. Even daarvoor vond de opening plaats van de expositie ARCAdia, schilderijen/2010 van Bob Pingen, te zien t/m 9 april 2011.
Namens de Jan van Leeuwen Stichting verwelkomde Ton Brandenbarg de bezoekers. De Stichting, opgericht 12 april 1994, stelt zich ten doel de in de Zeeuwse Bibliotheek aanwezige tentoonstellingsruimte aan te bieden aan hedendaagse kunst van goede kwaliteit, die op de een of andere manier met Zeeland te maken heeft. Daarbij wordt gedacht aan werk van beeldende kunstenaars die in Zeeland wonen en werken, maar ook aan dat van beeldende kunstenaars die zich door Zeeland laten inspireren. Adviseurs van de Stichting zijn Henk Koch, Kees Wijker en Wim Hofman. Deze keer viel Bob Pingen de eer te beurt. Deze Vlissingse kunstenaar exposeert al vanaf 1979. In een uitgebreid artikel in het Zeeuws Tijdschrift, 1994, 'De verovering van het grote vlak. Het werk van Bob Pingen' wordt onze Zeeuwse kunstenaar geïntroduceerd en binnen de internationale kunstwereld geplaatst. In ARCAdia toont Bob Pingen nu een reeks van 15 kleine doeken als uitkomst van zijn voortdurende zoektocht naar het ultieme schilderij. Kleurlagen schuiven over elkaar en vormen samen een staalkaart van lichtschakeringen die intens en geraffineerd is samengesteld. Pure schilderkunst die zich overtuigend kan meten met wat zich in de natuur voordoet, aldus een berichtje in de PZC. In de kunstrecensie "Het hoofd vol met waarnemingen" van Nico Out in de PZC (20-01-2011) is te lezen hoe het licht een hoofdrol speelt in de werken van Pingen. 'Hij werkt met dunne kleurlagen. De kracht van zijn composities is gelegen in het spel van die over elkaar liggende lagen, subtiel schemeren ze over elkaar... Pingen benadrukt de ruimtelijkheid van de composities door af en toe langs de rand van een vorm iets van schaduw aan te brengen én door geraffineerd gebruik te maken van kleurcontrasten...'
Te midden van de kleurrijke schilderijen mocht de Zeeuwse dichter André van der Veeke de tentoonstelling van inleidende woorden voorzien. André memoreerde de tijd, zo’n dertig jaar geleden, dat hij Bob Pingen leerde kennen. “Alles of Niets” was de naam van het kunstenaarsgroepje waarvan André zelf de enige scribent was. Vooral de kennismaking met de naam Bob Pingen maakte indruk : echt een fascinerende naam voor een schilder, een sfeer van blauw, wit en groen daar omheen. De kracht die van de naam uitgaat. Binnen de groep rondom het literaire tijdschrift Ballustrada namen kunstenaars het voortouw. Gelijktijdig betrad de abstracte schilderkunst van Bob Pingen een mystiek veld, stond boven het bestaande.
Als reiziger naar alle richtingen bleef hij Bob Pingen min of meer van grote afstand volgen. In het werk van Bob waardeert hij de aangename kleurentonen, de goed te verdragen lichtheid of being there. Optimistische schilderkunst: oppervlak, diepte en lichtheid tegelijkertijd. De verwantschap van Veeke, de man van papier, met de schilder Pingen is treffend terug te vinden in de omslag van de dichtbundel 'Rotterdam vertrekt'. Niet dat Pingen deze omslag heeft gemaakt maar HIJ HAD HET KUNNEN ZIJN...
Wat waardeer ik in deze expositie? Met betrekking tot de schilderijen gaat mijn voorkeur uit naar de groene en blauwe kleurenvelden in 'Locatie (onbekend)'. Vervolgens de zachte kleuren in 'Verticaal Grijs/Grijs'. Ook de doeken met titels als 'Boogie' en 'Borderline'. Vooral deze laatste kan tot nadenken stemmen. In de conceptuele kunst verwijst de zeggingskracht van de titel samen met het beeld naar de achterliggende idee, bij 'Borderline' zie ik blauw, zwart, gevaarlijk rood en schuivende vlakken die als het ware een grote dissonantie laten zien. De beleving van Boogie is volstrekt anders, ga er maar voor staan.

André van der Veeke heeft iets met landschappen en kleuren. Grappig te zien hoe de omslag van zijn recente poëziebundel 'Blauw als ijs' verrassend bordeauxrode kleurenvelden heeft. Uit deze bundel las hij het lange titelgedicht voor maar ook, met het oog op 'Locatie (onbekend)' het korte gedicht 'Troostplek', p. 37

Locatie (onbekend), 80x100 cm

TROOSTPLEK

Modderige wei
met bandensporen

Afwezigheid wordt
hardnekkig bewaakt
Overal knopen, lussen
rollen prikkeldraad

Desolate troostplek
keert zich af van
wat glanst of gloort

Mij rest alleen de absoluut irrelevante maar toch interessante vraag: vind ik André van der Veeke een fascinerende naam voor een dichter. Jazeker, van der Veeke roept associaties op met de overkant, de grens over, Vlaanderen en Zeeuws, oude ambachten en het gewas vlas. Tijd om mij te gaan verdiepen in het ambacht en de woorden van deze dichter. Kleurtonen en woordenvelden zijn altijd prettig om waar te nemen. Dan horen jullie mij vast wel eens zeggen: “Ben weer van mening veranderd, eerst vond ik deze mooi maar nou vind ik die andere toch mooier.”

Nawoord over Arcadia:
André van der Veeke nam deel aan het project "Tekens in het land", een initiatief van de tweejaarlijkse Kunstmanifestatie 'De Muzen in Arcadia', 2005.
Poëzie gecombineerd met tekeningen van Theo Jordans geven een doordringende en fantasievolle kijk op het zuidelijk landschap rond Aardenburg.
Over kleuren gesproken, uit deze uitgave het volgende gedicht. Van en voor een kasteelheer die ergens in zijn Arcadia de vlasbloem weet of verlangt.

DE GLOED VAN VLAS

Niets is vluchtiger dan wit
dat verliest van blauw

De vloed van vlas
voordat de dag begint

Na zonsopgang ebt
het melkblauw al weg

Blijft als gloed
hangen in de lucht

Wordt opgeslagen
als verlangen.

Verticaal Grijs/Grijs, 60-40 cm

Geen opmerkingen:

Een reactie posten