Schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Joke van Leeuwen koos voor gedichten met ‘net dat slagje extra erin dat ze boven het gewone uittilt: een verrassende formulering, een onverwachte hersenkronkel, een niet vast te grijpen sfeer’. Ook viel ze voor verzen die iets van het bezwerende hebben dat oude kinderliedjes kan kenmerken, die de vrijheid tonen waarmee je met taal kunt omgaan. Aangenaam verfrissende humor mocht ook een criterium zijn. Onderwerpen als dieren, herkenbare kinderervaringen en –gevoelens, genres als humor en fantasie, taalspelletjes en filosofische overwegingen vonden in dit boek voor lezers van 6 t/m 12 jaar een plek. Zware onderwerpen zoals de dood van een zusje of altijd maar ruzie raken je diep terwijl je op de volgende bladzijde verrast wordt door een lief gebedje voor een poes of een ijsbeer die zacht op het raam klopt.
De grootste aantrekkingskracht van deze bloemlezing ligt in de illustraties en hun samenspel met de gedichten. Omdat ze speciaal voor deze uitgave zijn gemaakt passen ze meestal mooi bij het gedicht in kwestie, zorgen vaak ook voor flink wat meerwaarde door een eigenzinnige interpretatie van de tekst of door toevoeging van betekenisvolle details.
Prachtig is het gedicht ‘De hand van mijn vader’ van Armand Van Assche met de daarbij horende illustratie van Ingrid Godon. Ook de illustratie van de talentvolle Kaatje Vermeire en het gedicht ‘Onder de stenen’ van Fetze Pijlman vormen een sterk geheel.
Zeeland wordt vertegenwoordigd door Annie M.G. Schmidt met het gedicht 'Koning Lariloff is ziek' en door Wim Hofman met het bekende ‘Zijn of azijn: een poëzievers’. Liever had ik een ander gedicht met een nieuwe Hofman-illustratie in zachtere kleuren gezien maar Joke van Leeuwen koos voor deze bundel twee bestaande illustraties die onlosmakelijk verbonden zijn met het gedicht zelf, zoals ook bij Geluk van Ted van Lieshout.
we keken maar naar wat gebeurde
hoe auto’s wachtten langs de stoeprand
hoe regen langs de ramen zeurde
we zwaaiden zelfs niet naar de buren
van de overkant.
we aten zelfs geen ijs of friet
we hoefden niets
we vonden iedereen een etter
en we verveelden ons te pletter.
Het kiezen van dichters en illustratoren heeft altijd als gevolg de vraag: waarom die wel en die niet? Met deze vraag ben ik heel blij, want nu kan ik een gedichtje, lees schietgebedje, toevoegen:
Koos Meinderts Gebed (voor God?)
Lieve God,/als u bestaat,/zorg dan dat Loes,/dat is mijn poes,/maar dat wist u al,/de operatie overleven zal.
Lieve Joke,/als u dit leest,/zorg dan dat er volgend jaar,/dat is in 2011,/maar dat wist u al,/een nieuwe bundel verschijnen zal.
Tikken tegen de maan, deel 2? Verrassende gedichten, nieuwe illustraties? Deze uitgave verdient elk jaar een nieuw deel.
Andere bloemlezingen zijn ook zeer de moeite waard. Querido's Poëziespektakel 1, 2 en 3 biedt een breed overzicht van 'nagelnieuw' werk van Vlaamse en Nederlandse dichters en illustratoren. Deel 3 heeft als titel 'Wie heeft hier met verf lopen smijten?', we zien een prachtige omslag van de uit Zeeland afkomstige Martijn van der Linden maar verwacht geen tentoonstelling of verfspektakel, de illustraties bevatten slechts drie kleuren: blauw, zwart en wit. De formule van 'Tikken tegen de maan' spreekt mij veel meer aan.
De Zeeuwse illustratrice Fleur van der Weel heeft, zo lijkt het wel, alvast een 'voorschot' op een nieuwe bundel genomen door in Middelburg tegen de maan te tikken... In het kader van de kinderboekenweek 2010 maakte zij, in opdracht van CBK Zeeland, een poster met als thema Middelburg. Een Zeeuwse 'Tikken tegen de maan' zou ook mooi zijn, we hebben geen gebrek aan talenten, toch?
Nu de maan over de stad en door de bomen schijnt kan ik poëzieliefhebbers aanraden dit boek aan te schaffen, een heel mooi cadeau voor jezelf, voor kinderen en voor wie kind wil blijven.
Fleur van der Weel, 2010
zie ook: bespreking van Tikken tegen de maan in De Leeswelp, nr. 7 door Karin Kustermans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten