In mijn tuin staan twee mispelbomen, ooit gekocht en geplant naar aanleiding van een wandeling bij het landgoed Ter Hooge waar een rijtje van deze bomen onderdeel uitmaken van het landschapsschoon. Een fascinerende boom, ongeveer 4,5 meter hoog, die voor veel tuinplezier zorgt.
Over de geschiedenis van de mispelboom of mispelaar valt veel te vertellen. Afkomstig uit West- Azië vond deze fruitboom via de Grieken en Romeinen een weg naar West-Europa waar de vruchten gewaardeerd werden als leveranciers van vitamine C. In de Middeleeuwen werd de boom in Nederland in kloostertuinen aangeplant.
Linnaeus gaf de mispel de Latijnse naam Mespilus germanica, hij dacht dat de boom in Duitsland autochtoon was omdat deze daar veel verwilderd voorkwam in de bossen.
De Mespilus germanica behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Mespilus komt van het Grieks mesos (helft/ midden) en pilos (bol), verwijzend naar de vorm van de vrucht, een halve bol.
Waarom vind ik de mispelboom zo bijzonder mooi?
Omdat hij van nature heerlijk dwars is, geen rechte stam heeft, grillig zijn groei bepaalt en gewoon een beetje scheef hangt.
In de lente bloeit hij lief: wit-roze bloemen sieren de mispeltakken, ze ruiken heerlijk. In de zomer wacht hij zonnig op wat komt terwijl de donkergroene bladeren, zacht als vilt of heel fijne lamswol, de vruchtjes in hun groei beschermen. In de herfst, eind oktober, begin november, is de boom op zijn mooist. Het blad kleurt in allerlei tinten bruin en geel. Rond de tijd van Halloween is het zelfs een beetje eng in de tuin: de vruchten vermommen zich als duiveltjes die met bronskleurige wangen de bladeren laten ritselen. Als je door de tuin loopt voel je dat de gezichtjes jou blijven volgen.
Over de geschiedenis van de mispelboom of mispelaar valt veel te vertellen. Afkomstig uit West- Azië vond deze fruitboom via de Grieken en Romeinen een weg naar West-Europa waar de vruchten gewaardeerd werden als leveranciers van vitamine C. In de Middeleeuwen werd de boom in Nederland in kloostertuinen aangeplant.
Linnaeus gaf de mispel de Latijnse naam Mespilus germanica, hij dacht dat de boom in Duitsland autochtoon was omdat deze daar veel verwilderd voorkwam in de bossen.
De Mespilus germanica behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Mespilus komt van het Grieks mesos (helft/ midden) en pilos (bol), verwijzend naar de vorm van de vrucht, een halve bol.
Waarom vind ik de mispelboom zo bijzonder mooi?
Omdat hij van nature heerlijk dwars is, geen rechte stam heeft, grillig zijn groei bepaalt en gewoon een beetje scheef hangt.
In de lente bloeit hij lief: wit-roze bloemen sieren de mispeltakken, ze ruiken heerlijk. In de zomer wacht hij zonnig op wat komt terwijl de donkergroene bladeren, zacht als vilt of heel fijne lamswol, de vruchtjes in hun groei beschermen. In de herfst, eind oktober, begin november, is de boom op zijn mooist. Het blad kleurt in allerlei tinten bruin en geel. Rond de tijd van Halloween is het zelfs een beetje eng in de tuin: de vruchten vermommen zich als duiveltjes die met bronskleurige wangen de bladeren laten ritselen. Als je door de tuin loopt voel je dat de gezichtjes jou blijven volgen.
Meestal worden mispels pas na de eerste nachtvorst geoogst, de vorst zorgt ervoor dat het vruchtvlees zacht wordt. Na de pluk kunnen ze verder narijpen. Ook dan zijn de mispels nog prachtig, buiten in kleine veilingkistjes of binnen op schalen die passen bij de kleuren van de vruchten, dat is soms even zoeken.
Zelfs als het gistingsproces verder gaat blijven ze mooi, er verschijnen dan kleine parelende druppeltjes op de schil die aangeven dat de vrucht overrijp is en snel rot zal zijn.
Sommige mensen eten graag mispels vanwege de lekkere zoetzure smaak, anderen maken er jam, gelei of moes van. Ik kijk er alleen naar, dat vind ik al mooi genoeg. En wie ze hebben wil die mag ze komen halen.
Het gezegde ‘zo rot als een mispel’ is algemeen bekend. Vaak wordt deze uitspraak gecombineerd met één of meerdere personen en ook niet zelden met de gehele mensheid die in allerlei opzichten nogal grillig kan zijn. Er is echter ook een bijna vergeten gezegde: “Met geld en stro rijpen de mispels”. Het was namelijk een gebruik om mispels droog, liggend op stro te bewaren. Dit oude gezegde betekent dan ook zoveel als: met wat geduld zal alles heus wel goed komen!
Vandaag hangen ze nog in de boom, even wachten op de vorst (of een nachtje diepvries...) en als ze er vannacht niet afgewaaid zijn komt het wel goed.
Foto's: Anke Nijsse, 7 november 2010
Mispels worden af en toe afgebeeld op schilderijen, o.a. door Adriaen Coorte. Wel mooi maar aan de donkere kant. Hieronder enkele andere voorbeelden.
Henk Helmantel Romeins glas met mispels
Henk Helmantel Romeins glas met mispels
Willie Berkers Blauw kannetje met mispels
Leuk stukje, inderdaad mooi om te zien die mispels.
BeantwoordenVerwijderen@Julia: Thanks! De eerste nachtvorst is geweest, ze mogen nu geplukt worden.
BeantwoordenVerwijderenZijn mispels ook te drogen?
BeantwoordenVerwijderen