maandag 31 januari 2011

Dag mam, jouw boek is uit.


Voor wie ik liefheb...
Voor mijn moeder, Lenie Kasse - Dingemanse
11 februari 1932 - 22 januari 2011

Dag mam, jouw boek is uit. Nu mag ik het nawoord schrijven. Negen jaar ziek geweest, een wereld die steeds kleiner werd, de woorden waren op, het is goed zo mam.
Eigenlijk begon het al voor 2002 en je wist dat er iets niet klopte. We zagen het wel, de desolate eenzaamheid, het verdriet in je ogen, de fragmenten die je miste. Wil je even helpen met de koffie, zei je, want ik kan het niet onthouden, de een wil koffie zwart en de ander wil met melk en die weer met melk en zonder suiker. Of was het met suiker? Soms brachten jullie veldsla voor ons mee maar de porties veranderden, voor stamppot was het soms een beetje veel te weinig. Je werd stiller en vader kreeg steeds meer praatjes, om datgene te verhullen wat hij ook al niet begreep. Toen vader in 2002 in Vlissingen op Oost 3 lag wist je niet hoe je hem kon vinden, je liet je schoenen soms gezellig onder zijn bed staan en kwam op blote voeten het ziekenhuis uit. Bramenjam maken werd ook een avontuur, het haalde de jampotjes niet meer terwijl je dat eerder zo heerlijk goed kon.
Na het overlijden van vader, augustus 2002, kon je niet alleen blijven wonen. Verhuizen naar Nieuw-Sandenburgh was onvermijdelijk. Jouw boeken heb ik gesorteerd en opgeruimd, de mooiste gingen mee. Je las wel honderd keer het eerste hoofdstuk. De plantjes kregen vijf keer per dag water, later verdroogden ze. Je was gelukkig wanneer we gingen wandelen. Frisse lucht! Als het even kon naar de sluis, naar de zwaluwen kijken, bramen plukken langs het kanaal, kastanjes rapen.
Altijd, altijd nam ik bloemen voor je mee, het herfstboeket met allerlei gekleurd blad, asters en takken met besjes was best wel mooi! Wilt u dat toch maar niet meer doen, zeiden ze toen, sommige bewoners eten de bessen op, misschien zijn ze giftig.
Het was mooi om naar Veere te fietsen. Hoewel, het was soms echt wel kloteweer. Binnendoor langs de Oude Veerseweg was het genieten van het nieuwe natuurgebied, de stilte. Broedende weidevogels in het voorjaar, eendjes in de sloten, overwinterende ganzen in het najaar, zoveel trekvogels, jammer dat vader dat niet meer heeft kunnen zien. Bij de Poppenkinderenburgseweg begon vroeger ons land. Laurens Geerse schreef ooit een gedicht over deze weg, het is mij dierbaar en te vinden in : Wie wat bewaart heeft iets om weg te gooien. Er komen flarden van herinneringen naar boven van een soms mistig verleden, je kunt niet alles onthouden toch? Keer op keer vroeg ik mij af waar mijn eigen poppen zijn gebleven. Niet schrikken hoor, zeiden ze, toen ik jou in Nieuw-Sandenburgh voor het eerst zag zitten met een pop in je armen, je fluisterde lieve woordjes en wiegde het meisje zachtjes.
Tijdens het wandelen ging je grappige dingen oprapen: gekleurde papiertjes, plastic dingetjes, lolliestokjes, je vond alles mooi. Ja, vroeger verzamelde je schelpen, geen strandwandeling zonder. Terwijl vader op het land 'uitkeek' voor kievitseieren en granaten verzamelde je scherven van servies, van oude tegeltjes en potten, gewoon voor de mooiigheid, de blauwe lijntjes. Zal ik nog een keer vertellen dat pa soms weken met een granaat in de auto rondreed, gewoon uit achteloosheid? Je hebt de oorlog gekend, schreef erover in het opstel Angstige dagen, het vervolg hiervan zal ik ook publiceren. Jullie boerderij verdween in 1944, Duitsers, schootsveld, mijnenvelden, springstof. Een schervengericht maar dan anders. Schuur verbrand, huis opgeblazen. Verdwenen de lusthof met meidoorn, olmen, knotwilgen. Samen met een idylle omgehakt, de drie soorten pruimenbomen, alle toen gangbare appel- en perenbomen, de kruisbessen, de zwarte, witte en rode bessen, de frambozen. Jarenlang heeft opa houten dienbladen gemaakt en zijn afbeeldingen van een Walchers Arcadia in onze herinnering gegutst. Voorkant van de boerderij "Driewegen" aan de Schroeweg te Middelburg, gekocht 1931, verwoest door de duitsers in 1944, vermeldde de tekst dan aan de achterkant. Ze kregen geen hoofdletter mam... Hij beschreef zijn ervaringen in Roos en Doorn. Je wist wat verlies was, je wist wat angst was, je gevoel voor humor verdween echter niet helemaal, dat heb ik wel van jou, ik mag graag iemand zachtjes plagen, je moest eens weten...

Je herkende ons niet meer. Hé, mam, zei ik dan, hier ben ik weer, jouw dochter! Welnee, zei je dan lachend, ik dacht het niet hoor, je bent mijn zus! Keek je naar jezelf in een spiegel dan zei je: Kijk eens, daar is Fransien! Je voelde ons wel, onze stemmen maakten je blij. Feilloos wist je de krullenbol te vinden van de zoon die sprakeloos was geworden, geen woorden meer kon vinden voor jou, niet meer op bezoek kwam, het beeld wat hij van zijn moeder had heel wilde houden.

In Nieuw-Sandenburgh volgde een verhuizing naar de gesloten afdeling. Als een jonkvrouw in het kasteel opgesloten, de ophaalbrug omhoog, de slotgracht diep, de muren steeds dikker. Kwam ik je daar bezoeken dan moest ik eerst door de deur met de code, soms stonden er bewoners achter het glas van de deur, ze wilden er zo graag uit. Het was oppassen hoor, ze leken heel gewoon, je zag het niet aan de buitenkant, soms ontsnapte er eentje, dat gaf een hoop heisa. De poster met de boekenkast, die later op de deur werd aangebracht zorgde ervoor dat het minder werd, ze werden zo mooi om de tuin geleid. Verdorie mam, ik moest natuurlijk zelf ook die code zien te onthouden, die veranderde af en toe, soms wist ik hem echt niet meer, ik schaamde me rot!
Als het even kon gingen we nog steeds naar buiten. Toen het lopen niet meer ging kwam de rolstoel. Als een mantra prevelde je steeds: Ik ga slapen ik ben moe, maar ook: O God, wat is uw schepping schoon. We werden er tureluurs van. Vaak dacht ik: O jé, sla eens een bladzijde om, andere tekst graag! Er veranderde niets. Je stond inmiddels bekend om je grappige lieve uitspraken, nooit vergeet ik de woorden: Ach, ik ben ook maar gewoon de dochter van een moeder die van mij houdt. Je mopperde nooit, was altijd dankbaar. Nog zo'n mooie uitspraak was: Ik ben blij om al het goede van het mooie!

Elke maandagmiddag werd er gezongen in de huiskamer, je zong graag en wat kende je veel teksten die ik nog nooit had gehoord. Tot het moment kwam dat ze jouw rolstoel er niet meer bij hebben gezet, jouw liedje was uit en je viel toch maar steeds in slaap.
Het laatste jaar. Je sliep steeds meer. Tussen de middag lag je nog in bed en kwam ik jou soms voeren. Wanneer de lepel jouw lippen aanraakte ging je mond, als van een vogeltje, vanzelf open. Het eten was smakelijk, aardappelpuree, groente, vlees met een beetje jus. Chocoladevla vond je heerlijk, stoofpeertjes met vla, als het maar zoet was vond je alles best. Tussen de happen door viel je vaak weer in slaap. Met een brok in mijn keel zat ik dan wat rond te kijken in je kamertje. Het wandkleed met de bergen, het dorpje, een meer, bos en rotsen hing boven je bed, in mijn jeugd hing het in de woonkamer. Twee kleine herten, een groot hert met een gewei. Er klopte iets niet met de linker achterpoot van dat dier, het perspectief was vreemd en de balans begreep ik niet, raar beest was het. Toen ik een keer foto’s liet zien van Noorwegen huilde je, zo verschrikkelijk graag was je daar ook eens geweest, maar vader was minder reislustig en meer nog, het werk op de boerderij verhinderde dit. Je hebt veel te veel offers gebracht mam, je wist het, je deed het met liefde & wanhoop & geloof, maar toch... De trouwfoto zag er veelbelovend uit, januari 1953, een paar weken voor de ramp die overigens in Veere niet zoveel schade heeft aangericht. Het boeket met varens, stefanotisbloemetjes en lelietjes-van-dalen was bijzonder voor die tijd. Jouw ouders waren daarvoor, in 1950, naar de Noordoostpolder vertrokken, een nieuw bedrijf, een nieuwe toekomst. Je kwam terug, heimwee, verliefd, verloofd. Een leven lang hard gewerkt. Samen met vader ontwierp je een eigen Zomerlust. Een klein paradijs met aardbeien, fruitbomen, zoete appeltjes, een groententuin. Dijkzicht was jouw Bloemhof, de geur van seringen en jasmijn vergeet ik nooit. Wanneer opa en oma naar Zeeland kwamen was het, in mijn herinnering, altijd feest bij ons thuis. Eindeloos lieve mensen, oma opgewekt en lachend, opa rustig, wijs, pijprokend, een pionier. Naar de zee wilden ze, altijd naar de zee. Ook je drie broers en vijf zussen wilden altijd naar de zee, ook nu nog willen ze in Zeeland altijd naar de zee. Een foto van opa en oma heeft acht jaar in de vensterbank gestaan. Naast allerlei bloemen die geen water nodig hadden: narcissen, rozen, cyclaampjes, azalea's, tulpen. Verder natuurlijk je whiteboard met foto's, ansichtkaarten en de aquarel van jouw zus, ook weer narcissen. In oktober 2010 schreef zij: in de zon tijdens het wandelen kreeg je warme handen. We vonden het fijn om jou weer te kunnen bezoeken. Ook al kon je niet antwoorden hopen we dat je onze woorden en liefde voor je begrepen hebt.
Praten kon je niet meer, een hand loslaten viel je zwaar, klemvast, leek het wel. Kinderen loslaten, wie kan wel?
Mam, toch moest je gaan. Weet dat de afscheidsdienst heel mooi was. Jouw kinderen waren er, jouw broers en zussen, jullie oude vrienden en bekenden. Je vond het altijd verdrietig dat ik niet meer geloofde, maar mam, geloof me maar, ik zou willen dat deze predikant mijn buurman was. Hij heeft nu de cd 'In een ander licht' van Stef Bos van mij te leen, vanwege het Lied van Ruth - My land is jou land, maar dit terzijde. Er zijn van Job tot Jesaja allerlei teksten over scherven te vinden mam, de troostrijke woorden hierbij had je wel gewaardeerd. Femke heeft prachtig harp gespeeld, er werd gezongen en tijdens de dienst brak de zon door hoewel er regen was voorspeld. De gotische vensters filterden het zonlicht en heel zachtjes streelde dit licht de bloemen op jouw kist: hyacinten, tulpen, blauwe druifjes, anemonen, kievitsbloemen, voorjaarstakken, wilgenkatjes. Youri heeft jou ook mogen dragen en de klokken hebben geluid. Je kleinkinderen hebben jou toegedekt met rozenblaadjes. Het was goed mam. Dank je wel mam.
Slaap zacht. Dag mam.

Uit de bundel Zee & Land : gedichten over Zeeland, 1999:

ELEMENTEN / Andreas Oosthoek

Ik hoor het hem nog zeggen,
mijn grootvader,
de oude wijze:

jullie mogen niet klagen,
elke dag zie je de zee.

ja, riepen we dan, de zee
maar wat hebben we nog meer?

Nou, zei hij
en stak de brand in zijn pijp,
jullie hebben het zand
en daar zit heel wat in
en jullie hebben de wind.
Dat is genoeg,
praat er verder maar niet meer over.


Vlinders

Zoals de zachte nachtgeluiden
stil komen dwalen in je droom
raken gedachten je soms aan.

Dat moeders ook dood kunnen gaan.
Dat vaders wel eens kunnen huilen.
En dat je nooit weet wat er komt.

Hoe kun je een gedachte laten zwijgen ?
Het zijn net vlinders : kun je vlinders slaan ?

Je wilt gewoon dezelfde blijven.
En dat er niemand weg zal gaan.

Johanna Kruit

Gedicht uit de bundel “Wie weet nog waar we zijn “
Uitgeverij Leopold Amsterdam

aquarel sneeuwklokjes: zus Corry, aquarel narcissen: zus Liesbeth, foto's tegelscherf, tulpen: Anke Nijsse, tekst: Anke Nijsse, meisjesnaam Kasse

12 opmerkingen:

  1. Dag lieve Anke,

    Prachtig stuk heb je geschreven. Dat ik een dochter zou hebben die zo zou schrijven na mijn overlijden. Een nicht is ook goed.

    Arrianne.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het was een mooi boek en fijn dat je het voor haar hebt geschreven.
    Veel sterkte met het verlies.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dag Anke,

    Onwaarschijnlijk prachtig stuk! Ontroerend.
    En hoe bijzonder: ook mijn moeder vond ik op een gegeven moment met mijn oude pop "Bella" op haar schoot. En zij was verre van dementerend! Zou het iets "des moeders" zijn, waar verbinding mee gemaakt in de laatste levensfase fase?

    En de zon is gaan schijnen: ga lekker naar buiten en laat je voeden door haar kracht.

    Juul

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Anke, dat is er eens even prachtig uitgekomen, al die gedachten over je moeder!
    Heel mooi en puur vind ik het.
    Samen met wat ik over haar hoorde in de uitvaartdienst, geeft 'Dag mam, jouw boek is uit' een tekenend beeld van haar leven.
    Zal je ongetwijfeld goed doen voelen om dit voor haar te hebben opgeschreven.

    Margriet

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Op de dag dat mijn moeder 10 jaar geleden gestorven is, weliswaar aan een heel andere ziekte, lees ik dit prachtige, echte, ontroerende blog. Tranen op mijn toetsenbord. Het raakt me!

    Wat een herkenning. Steeds meer beetjes afscheid, steeds meer je moeder weg zien "vliegen" en ook de zon die doorbreekt. Het is goed zo....

    Ik schreef het al op de kaart: "hoop dat je mooie herinneringen hebt die kracht geven om door te gaan" Zo te lezen gaat dat lukken!
    M

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dag Anke,
    Ik heb net je blog gelezen, naar aanleiding van je mail aan Birdblok. Ik ben er helemaal door geraakt, zit met tranen in mijn ogen en een brok in mijn keel. Wat een liefde stromen uit deze woorden voor je moeder! En wat herkenbaar is het proces wat je beschrijft. Mijn vader zit inmiddels ook op een gesloten afdeling, in zijn laatste fase van de ziekte Alzheimer. Zo herkenbaar wat je schrijft. Dank je wel dat je dit hebt willen delen.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Heel aansprekend geschreven Anke, je hebt de gave om zo te schrijven dat ik als lezer als het ware mee kan kijken door jouw ogen en hoe jij iets ervaren hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Prachtig eerbetoon aan je moeder...

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Dag Anke,
    Liesbeth vertelde me dat je moeder was overleden. Van harte gecondoleerd. Ik heb je blog gelezen en ben ontroerd. Wat ben je een lieve dochter voor haar en wat heb je het prachtig-beeldend opgeschreven.
    Hartelijke groet, en sterkte met het verlies,
    Franca

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Dank jullie wel voor de warme woorden. De lente begint, daar hield ze zo van. Toch is het goed zo. Mede dankzij jullie reacties gaat het met mij ook wel weer goed.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Hoi Anke,
    Pas na anderhalf jaar heb ik jouw afscheid van je moeder gelezen. Ik wist dat je je gedachten zo mooi onder woorden kon brengen en dat zie ik ook weer terug in deze ontroerende tekst. Ik heb jouw ouders ook een tijdje van nabij mee mogen maken. Met jouw vader liep dan ik over het land en besprak agrarische zaken en politiek (!).Ik hielp hem soms ook met het kalveren. Jouw moeder herinner ik mij als heel lief, met een warme belangstelling voor je en ze wist je altijd het gevoel te geven dat je welkom was en je je thuis voelde. Hoewel het al meer dan 25 jaar geleden is, blijft zij als heel dierbaar in mijn herinnering. Ik hoop dat de pijn ondertussen bij jou wat verzacht is, maar dat zij in jouw (en mijn) herinnering blijft leven.
    Groet
    Hans

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Hoi Hans,
    Dank je wel voor jouw buitengewoon aardige reactie! Hartelijke groet,
    Anke

    BeantwoordenVerwijderen