zondag 29 november 2009

Dorsvloer vol confetti: een prima eersteling

’s Winters zijn de zondagen het snelst voorbij’ is de eerste zin van een prachtige debuutroman van Franca Treur. In ‘Dorsvloer vol confetti’ wordt het verhaal verteld van Katelijne, een 12-jarig meisje, dat met haar ouders en tussen zes broers opgroeit in een boerengezin in een Walchers dorp, zeg maar het dorp M. Ze behoren tot een streng ‘kerkverband’. De gesprekken aan tafel gaan meestal over jongensdingen en het boerenwerk en gaan aan haar voorbij, ze heeft in haar hoofd haar eigen wereld, sterk afhankelijk van welk bibliotheekboek ze aan het lezen is. Haar leeshonger is groot, haar voorraad boeken is klein, want er is maar één boek belangrijk. Sprookjes zijn leugens die haar kunnen afhouden van de waarheid. De gedachten van Katelijne gaan echter hun eigen onvoorspelbare gang en meanderen langs bijbelverhalen, familieverhalen, dorpsroddels en de geschiedenisverhalen die de meester op school vertelt.
Katelijne vraagt zich van alles af maar in dit kerkverband zijn alle vragen die niet passen de verkeerde vragen. Toch is het een bijzonder blij en vermakelijk en integer boek geworden, de verwikkelingen op de boerderij, de uitstapjes en de beginnende puberteit van Kathelijne worden met een lichte en wrangkomische ironie beschreven. De dialogen zijn grappig. Deze roman is beslist geen afrekening met een verleden zoals we dat bij andere schrijvers kennen. Eerder een intiem familieportret, we zien van buitenaf onder het gelig lamplicht de warmte van een familieband. De gezelligheid met de jongens. We lezen dat alle dorpsbewoners volgens bepaalde groepsnormen besproken worden en elke vorm van deviant gedrag van commentaar wordt voorzien; de lengte van de rok en het haar, de kleur van het vest en noem maar op en ‘is die ook van ons?’ en ‘wat zal de buitenwereld er wel niet van zeggen?’ De beschrijving van de zonderling van het dorp is prachtig.
‘Dorsvloer vol confetti’ biedt echter veel meer: een beschrijving van het boerenleven in de jaren negentig. De verteller vliegt als het ware als een zeemeeuw boven de boerderij en we zien hoe de moeder haar passie volgt in het tuinieren, de vader met de jongens het vee verzorgt en het graan oogst. We zien naast de zee de duinen en de binnenwegen in het Zeeuwse landschap en lezen behalve Hod, de huus en Hoes ook andere woorden die daarbij horen: mangels, dulleve, veurood ,vliedberg, mendeuren en klinket, strobalen, combine, balenpers en weegbrug, melkwiet, kroten, kalverkot, wagenhuis, melkquotum, lampionplant en eerstelingen. Ja, ook mijn vader was altijd intens gelukkig wanneer de eerste eerstelingen (Zeeuws aardappelras) uitgespit en gegeten konden worden en hij die wedstrijd van zijn broer kon winnen. Katelijne heeft een goede band met haar vader, zelfs de geur van zijn sjekkies vindt ze prettig vertrouwd. Mijn vader kan alles, lijkt ze te zeggen. De bezoekjes aan de oma zijn belangrijk, bij haar in huis vindt zij een veilige haven.
Veel verhalen hebben ook een wrange en verdrietige kant: wanneer Katelijne met de meisjesclub met de boot over zou gaan naar ‘Bresjes’ moet ze thuisblijven voor het huisbezoek (wat ook weer een hilarisch verhaal oplevert), wanneer de moeder erover denkt om haar tuin open te stellen voor andere tuinliefhebbers doet ze dat niet, omdat het trots en pronkzucht zouden zijn die haar daartoe zouden aanzetten. Eigenwaarde wordt gezien als een gebrek aan nederigheid. Katelijne raakt gefixeerd op elke vorm van genegenheid die van de moeder uitgaat maar de moeder is niet zo lichamelijk. Toch is het juist de moeder die zelf op zondag intens naar 'gunnende' leesdiensten verlangt. Zoveel gemis en zoveel onmacht!
Wat mag je op deze aarde doen met je talenten is een filosofische vraag die Franca Treur verkent in haar essay “Maak iets van je leven! Maar wat?” God noch meester verbiedt mij mijn leven te verkloten, stelt zij, maar waar komt de druk vandaan om iets unieks voor elkaar te krijgen wanneer prestatiedrang alles met ijdelheid te maken heeft.
Franca, wees trots! Lezers zullen jou dankbaar zijn. De beelden die de roman oproept schuren soms langs de rafelrandjes van littekens uit een verleden maar door de vertelwijze zijn ze tegelijkertijd een balsem voor de ziel. In die zin heb je nu zelf een ‘gunnend’ verhaal geschreven, kostbaar als een briljant! Ver boven het maaiveld en de oogst is nu al schitterend.
Wat er gaat gebeuren met de neerdwarrelende confetti , gemaakt van letters die nieuwe verhalen beloven, wachten we af: iemand heeft de deur opengezet en het kan hier aardig stormen.
Deze winter zullen de zondagen in het dorp M. wellicht nog sneller voorbij gaan door de vele verhalen die loskomen en verteld moeten worden.




Femke, mijn Zeeuws meisje
Veere, 2000
Foto: Anke Nijsse

8 opmerkingen:

  1. Kiek toch 's, we hebben een ware recencent op de afdeling.....
    Doe iets met dit talent zou ik zeggen, het is je niet voor niets gegeven!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi anke

    Wat een prachtig geschreven stukje over mijn dorpsgenote. Dat is toch een van de leuke dingen van de cursus en komen ongekende schrijverstalenten naar boven. Als redactielid van de Herkousteen altiet goed te weten.

    gr
    Kees

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een evenwichtig, liefdevolle en heel goed geschreven recensie.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zie ook het weblog van onze Vlissingse collega Cis.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ha Astrantia,
    Ik ben getipt door Henk. Wat een mooie recensie.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Laat, maar alsnog: een mooie recensie inderdaad Anke!

    Keep on going!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Iedereen bedankt voor de mooie reacties!
    Ook Franca zelf heeft positief gereageerd. Haar lezing in Vlissingen in december was echt heel erg bijzonder,ik hoop dat we haar in de ZB in 2010 gaan uitnodigen voor een SLAZ-bijeenkomst ofzo. In elk geval een kanshebber voor de Zeeuwse Boekenprijsnominaties.

    BeantwoordenVerwijderen